1e manche landenwedstrijd Olympische spelen Beijing 2008
Iedere klasse heeft zo zijn eigen kenmerken. Dat is bij springen hetzelfde als bij dressuur. Een B proef is het makkelijkste en de klassen daarna worden steeds moeilijker. Hieronder kunje zien waar de parcoursen van iedere klassen aan moet voldoen:
B- parcours
lange lijnen ( kortste afstand tussen 2 hindernissen min. 6 galopsprongen )
9 of 10 hindernissen
1 dubbelsprong, liefst steil- oxer
straal wendingen minimaal 20 meter
alle sprongen met grondlijn
eenvoudige sprongen (niet te open of vreemd uitziend )
alle afstanden passend, zodat het paard niet hoeft te schakelen in tempo
hoogte maximaal 1.00 m; breedte oxers max 1.10; breedte triple max. 1.20
L- parcours
eenvoudige lijnen en passende afstanden
9 of 10 hindernissen
2 dubbelsprongen
triple niet in combinatiesprong zetten
oplopende oxers bouwen
hoogte maximaal 1.10 m, breedte oxers max. 1.20m., breedte triple max. 1.30 m.
sloot maximaal 2.50m breed
M- parcours
9 tot 12 hindernissen
een dubbelsprong en een driesprong of twee dubbelsprongen
de driesprong moet eenvoudig zijn; mag niet meer dan een oxer bevatten
oxer mogen meer parallel zijn en meer open.
hindernissen volgen elkaar sneller op. Er zit echter wel een lijn van ongeveer 15 tot 20 galopsprongen in, zodat het paard weer even op adem kan komen.
hoogte maximaal 1.20 m, breedte oxers max. 1.30 m, breedte triple max. 1.40m
sloot maximaal 3 m. breed
Z- parcours
9 tot 12 hindernissen
een dubbelsprong en een driesprong of twee dubbelsprongen, waarvan een insprong een oxer is. En één ervan moet uit twee galopsprongen bestaan
de hindernissen volgen elkaar sneller op
de oxers zijn bijna parallel ( 2 of 3 centimeter verschil )
een dubbelsprong mag uit twee oxers bestaan, maar dan wel op een afstand van 2 galopsprongen
hoogte maximaal 1.30 m., breedte oxers max. 1.40m., breedte triple max. 1.50 m
sloot maximaal 4 meter.
De strafpuntenregeling bij een klassiek parcours gaat als volgt:
Afgeworpen/omvergeworpen hindernis: 4 stafpunten
Eerste weigering: 4 strafpunten
Tweede weigering: In de klassen A B L 8 strafpunten.In de hogere klassen diskwalificatie.
Derde weigering: In de klassen A B L diskwalificatie
Val van paard of ruiter: diskwalificatie ( bij kampioenschappen over meerdere wedstrijden8 strafpunten )
Overschrijding van de toegestane tijd: 1 strafpunt per ( begonnen ) 4 seconden
Overschrijding van de tijdslimiet: diskwalificatie.
Een weigering kan zijn:
een vergissing in het parcours die te laat wordt hersteld waarbij de lijn al is gekruist
een weigering
uitbreken
verzet (langer dan 60 sec.)
het rijden van een cirkel.
Als een paard stopt voor een sprong en onmiddellijk daarna toch springt, zonder achterwaarts te gaan, dan is dat geen weigering. Een cirkel rijden mag wel om de laatst gesprongen hindernis, voor je de volgende hindernis aanrijdt.
Ook na hulp van derden volgt uitsluiting. Hieronder wordt verstaan: aanreiken van een zweep, instructies roepen, helpen bij een breuk van het harnachement. Als een ruiter gevallen is mag hij wel geholpen worden bij het opstijgen en in orde brengen van het harnachement.