Noteer de gegevens van de werktuigen die je gaat gebruiken voor jouw opdracht.
Zet ook in de tabel welke controles, instellingen en afstellingen er nodig zijn.
Noteer achter elke vraag hoe je aan de informatie bent gekomen.
Kenmerken werktuig |
Toelichting |
Merk en type: |
|
Vaste tanden, triltanden of schijven: |
|
Werkbreedte: |
|
Werkdiepte: |
|
Rijsnelheid: |
|
Uitgevoerde controles vooraf: |
|
Controles tijdens het werk: (verkruimeling en diepte) |
|
Kenmerken trekker |
Toelichting |
Merk: |
|
Type: |
|
Vermogen: |
|
Bandenmaat: |
Voorband: Achterband: |
Bandenspanning: |
Op de weg: Op het perceel: Op de terugweg: |
Uitgevoerde controles: |
|