Je moet de hoofdgrondbewerking ploegen uitvoeren voor een klant. Je kiest een geschikte trekker en koppelt de ploeg aan. De zware kleigrond die je moet ploegen, is door de bietenrooier vastgereden. Het gehele perceel moet netjes vlak en tot aan de kant worden afgewerkt.
Je neemt de nodige hulpmaterialen mee voor het recht ploegen en het afwerken van de kant. De klant geeft de gewenste ploegdiepte aan. Gezien de verwachte weersomstandigheden wil de klant zo snel mogelijk na het ploegen beginnen met het zaaien van de wintertarwe. Je ploegt bij het opzetten eerst van de kant af en stort daarna weer aan. Je ploegt het perceel en de geer netjes uit aan de kant. Je controleert de werkdiepte en vlakligging regelmatig. Je rijsnelheid pas je aan, zodat de kwaliteit en de capaciteit goed in balans zijn. Ook ga je zuinig om met brandstof. Ten slotte ploeg je de geer en de kopakkers. Na het schoonmaken van de banden en het verwijderen van loszittende grond aan de ploeg, rijd je over de weg weer naar het loonbedrijf. Na afloop voer je het noodzakelijke onderhoud aan de trekker en de ploeg uit, zodat ze weer klaar staan voor het volgende gebruik. Je levert de werkbon in en meldt eventuele bijzonderheden.