Vragen 1

Beantwoord de volgende vragen op het werkblad 'Theorie' (te vinden onder menukop 'Werkbladen') en bespreek ze met je leerbedrijf en/of op school.

Onder 'Uitleg' vind je bronnen die je hiervoor kunt raadplegen.

 

Aannemen van de opdracht

Toelichting

Welke informatie heb je nodig van je leidinggevende om de klus goed te kunnen doen?

  

Kennis van de gewassen

Toelichting

Met welke gewassen heb jij op je leerbedrijf te maken?

 

Voor welke gewassen voeren jullie op het bedrijf verzorgingsactiviteiten uit?   

 

Welke onkruidbestrijding voeren jullie uit?  

 

Welke gewassen worden er aangeaard?

 

Waarom worden deze gewassen aangeaard?

 

Kiezen/meenemen van het juiste werktuig/besturingssysteem

Toelichting

Welke typen werktuigen zijn er voor de mechanische onkruidbestrijding?

 

Welke van deze werktuigen worden er op jouw bedrijf gebruikt?

 

Welke is het meest geschikt voor het gewas waarin jij een onkruidbestrijding gaat uitvoeren?  

 

Welke werktuigen zijn er om een gewas aan te aarden?

 

Met welke werktuigen wordt er op jullie bedrijf aangeaard?

 

Welke stuursystemen zijn er voor schoffelbalken?

 

Hoe nauwkeurig werkt een RTK-GPS-systeem?

 

Waarom moet het gewas al met een RTK-GPS-systeem zijn gezaaid om dit bij het schoffelen te kunnen gebruiken?

 

Controleren van de trekker

Toelichting

Welke banden liggen er op de trekker? Noteer van de voor- en achterbanden de breedte.

 

Op          Op welke spoorbreedte staat de            de trekker?

 

Passen deze banden tussen de gewasrijen?

 

Controleren en aankoppelen werktuigen

Toelichting

Welke handelingen moet je uitvoeren bij het aankoppelen van een werktuig voor mechanische onkruidbestrijding of het aanaarden?

 

Wat controleer je om te zien of  het werktuig goed achter de trekker hangt?