Keuze/controle machines

Noteer de gegevens van het werktuig en de trekker die je gaat gebruiken voor jouw opdracht.

Zet ook in de tabel welke controles, instellingen en afstellingen er nodig zijn.

Noteer achter elke vraag hoe je aan de informatie bent gekomen.

 

Kenmerken werktuig

Toelichting

Merk en type:

 

Wiedeg, schoffelbalk, torsiewieder, vingerwieder, aanaarder, rijenfrees:  

 

Aantal rijen dat gebruikt is bij het zaaien of planten:

 

Werkbreedte:

 

Maximale schoffelbreedte tussen de rijen:

 

Freesbreedte tussen de ruggen:

 

Gewenste rugomvang in cm na het aanaarden:

 

Werkdiepte

·         schoffels:

·         tanden:

·         frees:

 

Hulpmiddelen:

·         besturing frees:

·         besturing schoffelbalk:

 

Rijsnelheid:

 

Uitgevoerde controles vooraf:

 

Uitgevoerde controles tijdens het werk (onkruid goed los, plantverlies beperkt, rugvorm, rugomvang, aardappel midden in de rug):

 

 

  

 

Kenmerken trekker

Toelichting

Merk:

 

Type:

 

Spoorbreedte:

 

Bandbreedte die toelaatbaar is in dit gewas:

 

Bandenmaat:

Voorband:

Achterband:

Bandenspanning:

Voor:

Achter:

Benodigd vermogen:

 

Uitgevoerde controles: