Bij de keuze van planten spelen bloei (-tijd) en kleur een belangrijke rol. Vooral als het gaat om planten die we juist om hun bloei en kleur willen gebruiken. Bijvoorbeeld heesters en vaste planten. Je moet echter goed op de hoogte zijn van bloeitijd, kleur en kleurencombinaties: Niet alles past zomaar bij elkaar. Bij de beplanting van een tuin zijn kleurcontrasten (tussen twee te vergelijken kleurwerkingen zijn duidelijke verschillen waar te nemen) zeer belangrijk. Met behulp van de kleurencirkel kun je kleurcontrasten "maken".
de kleurencirkel
Voorbeelden van kleurcontrasten:
Kleuren bestaan uit primaire, secundaire en tertiaire kleuren. Als de drie primaire kleuren cyaan, geel en magenta tegen elkaar liggen, versterken ze elkaar het meest. Dat gebeurt ook bij de andere zuivere kleuren (die niet met wit of zwart zijn gemengd). Dit is kleur-tegen-kleurcontrast. Licht-donkercontrast is het contrast tussen twee kleuren van verschillende helderheid. Bij koud-warmcontrast worden kleuren ten opzichte van elkaar als koud of warm ervaren.
Slagers leggen vaak groene strookjes tussen het rode vlees. Hierdoor lijkt het vlees roder. Dit heet complementair contrast. Het menselijk oog roept ook automatisch een complementaire kleur op, als die niet aanwezig is. Op theeplantages, waar alles groen is, zien plukkers dus continu de complementaire kleur rood als ze even van de planten wegkijken. Om dat te voorkomen, dragen ze rode kleding en zaaien ze rode planten tussen de thee. Deze ‘illusie’ van het oog heet simultaan contrast.
Bij kwaliteitscontrast of verzadigingscontrast kijk je binnen een kleur naar het verschil in onderlinge kleurschakering door bijmenging met andere kleuren of zwart en wit.
Als je gelijke delen blauw en geel naast elkaar zet, dan vraagt het geel meer aandacht. Dat kun je uitdrukken in getallen: drie delen geel zijn net zo sterk als zes delen rood of groen. Zie de tabel voor de stralingskracht van verschillende kleuren. Hoe groter het getal, hoe meer je nodig hebt voor hetzelfde effect.
Kleur |
Getal |
---|---|
geel |
3 |
oranje |
4 |
rood en groen |
6 |
blauw |
8 |
paars |
9 |
Harmonie: het in bepaalde situaties goed bij elkaar passen van kleuren;
Disharmonie: het in bepaalde situaties niet bij elkaar passen van kleuren (lelijke kleurencombinaties).
Het is goed om in je beplanting bepaalde kleurcontrasten aan te brengen, denk maar aan een vaste plantenborder. Bij je plan moet je echter steeds rekening houden met de bloeitijd van de planten. Voor bepaalde contrasten moeten bijvoorbeeld meerdere planten(groepen) gelijktijdig bloeien.
Harmonie. Sissinghurst GB.
Zie voor achtegrondinformatie:
over kleurenleer:http://www.ontwikkelcentrum.nl/repository_output/ecc/OC-34030d/OC-34030-4/OC-34030-4-16df/OC-34030-4-16df.html
over kleurcontrasten:http://www.ontwikkelcentrum.nl/repository_output/ecc/OC-34030d/OC-34030-4/OC-34030-4-17df/OC-34030-4-17df.html
Over verschillende typen kleur: http://www.ontwikkelcentrum.nl/repository_output/ecc/OC-34030d/OC-34030-4/OC-34030-4-18df/OC-34030-4-18df.html
Over de kleurencirkel: http://www.ontwikkelcentrum.nl/repository_output/ecc/OC-34030d/OC-34030-4/OC-34030-4-19df/OC-34030-4-19df.html
Over kleuren mengen: http://www.ontwikkelcentrum.nl/repository_output/ecc/OC-34030d/OC-34030-4/OC-34030-4-20df/OC-34030-4-20df.html
Over kleursymboliek: http://www.ontwikkelcentrum.nl/repository_output/ecc/OC-34030d/OC-34030-4/OC-34030-4-23df/OC-34030-4-23df.html
Op kleur en naar bloeitijd werken
Afhankelijk van de wensen van de opdrachtgever kun je kleuren op allerlei manieren toepassen. De meest opvallende kleuren kom je tegen in de bloemen van planten. Bij heestervakken kun je bijvoorbeeld als volgt werken: