Zoals je weet staat ons een zeer groot plantensortiment ter beschikking. Dit is natuurlijk prachtig, want je hebt dus steeds zeer grote keuzemogelijkheden. Dit kan je echter ook voor problemen zetten: Wat moet je nu in welke situatie kiezen? Een keuze maken is vaak moeilijk, want laten we nu eerlijk zijn, er zijn veel mooie planten. Je moet echter kiezen, selecteren, om tot een verantwoorde planning, beplanting, te komen. Je bent namelijk ook afhankelijk van een groot aantal omstandigheden en factoren. Dus moet je je, bij het maken van een beplantings-plan, allereerst afvragen, welke planten je in een bepaalde situatie kunt gebruiken. Zo moet je dus starten met het toepassen van een selectie. Je gaat selecteren op groeivoorwaarden.
Onder groeivoorwaarden verstaan we :
Grondsoort
De grondsoort is voor het maken van je keuze zeer belangrijk. Misschien wel een van de meest bepalende factoren. Het is maar goed dat we zo'n groot plantensortiment hebben, want lang niet elke plant kan zomaar op elke grondsoort groeien. Je moet dus bepalen op welke grondsoort je moet gaan beplanten. Dus bijvoorbeeld is het zand, leem, klei, zavel, e.d.
Verder moet je iets weten over de bemestingstoestand; is de grond rijk of arm aan voedingsstoffen; is de grond zuur of juist kalkrijk (pH). Veengrond heeft een lagere pH dan kleigrond, dat wil zeggen dat veengrond zuurder is dan kleigrond. De pH van zandgrond ligt tussen die van veen- en kleigrond.
Als je dit allemaal weet, kun je al wat makkelijker selecteren uit het grote plantensortiment en weet je al iets meer over welke planten geschikt zijn voor jouw project.
Zware kleigrond
Vochtigheidstoestand van de bodem
Uit de bodemkunde weet je dat lucht en water in de bodem een belangrijke rol spelen ten aanzien van plantengroei. Op een vrij droge grond groeien van nature andere planten dan op een natte grond. Tussen droog en nat zitten allerlei gradaties. De grondwaterstand is een belangrijke factor en is niet overal gelijk. Deze kan zelfs in een relatief klein terrein grote verschillen vertonen.
Er zijn allerlei factoren die invloed kunnen uitoefenen op de grondwaterstand. Dit kunnen zijn de ligging van het terrein ten opzichte van rivieren, bebouwing, wegenbouw e.d. Verder moet de bodem voor de plantengroei voldoende doorlatend zijn. Ook de mate van doorlatendheid is niet overal gelijk. De behoefte aan de grootte van de doorlatendheid is niet van alle planten gelijk. Denk hierbij o.a. aan diepe en vlakwortelende gewassen en het verschil in groei van een boom of vaste plant. In ieder geval is de vochtigheidstoestand van de bodem weer iets waar je bij de keuze van het sortiment rekening mee moet houden.
de doorlatendheid van de grond kan makkelijk verstoord raken
Klimatologische omstandigheden
Als je aan Europa of de hele wereld denkt, weet je dat het klimaat per continent of land nogal kan verschillen. In Zuid-Amerika, Zuid-Europa en Afrika groeien dan ookandere planten, dan in ons gebied van Europa. Zo groeien in Italiƫ al een groot aantal planten die je in Nederland niet tegenkomt.
Maar zelfs in Nederland, "ons eigen kleine landje", kom je verschillende omstandigheden tegen. In het zuiden is het vaak warmer en is er veel minder wind, dan bijvoorbeeld in de kuststreken. In kustgebieden speelt, naast wind, het zout een belangrijke rol. Niet alle planten kunnen zout (in de lucht e.d.) verdragen. Daarnaast speelt luchtverontreiniging in heel Nederland een belangrijke rol. Deze wordt o.a. bijvoorbeeld veroorzaakt door industrie en verkeer. Het zijn allemaal zaken waar je niet omheen kunt en je zult je plan erop moeten aanpassen.
Lichtbehoefte
De hoeveelheid licht waarover een plant in een bepaalde situatie kan beschikken is erg belangrijk. Er zijn planten die graag in de volle zon staan, in de schaduw of in lichte schaduw. De lichtbehoefte is in elke situatie anders. Het kan zelfs in een tuin verschillen en heeft o.a. sterkte maken met de directe omgeving van de tuin. Je kunt de planten dus voor elke situatie naar lichtbehoefte selecteren.
De hoeveelheid licht bepaalt de beplanting
Afmetingen
De afmetingen van een tuin behoren ook tot de groeivoorwaarden. Daarbij zijn ook belangrijk massa, ruimte en verhouding. Ook in plantmateriaal zit nogal wat verschil in afmetingen. Planten kunnen heel laag zijn (1,00- 2,00 m boven het maaiveld), maar ook hoger dan 30,00 m (bomen).
Gelukkig zitten tussen deze twee uitersten allerlei andere afmetingen. Zo kun je voor elke tuin nog wel geschikte planten vinden. Als een "boom" gewenst is, kun je alleen in een erg grote tuin bijvoorbeeld een eik planten; in een heel klein tuintje zul je dan een klein boompje, als bijvoorbeeld Prunus triloba op stam, moeten kiezen.
De groei van een plant is van veel factoren afhankelijk. Daarom is de uiteindelijke hoogte van veel gewassen moeilijk te bepalen. Hiermee zul je zeker in de kleinere tuin rekening moeten houden. Als je een ontwerp en beplantingsplan maakt, heb je voor jezelf al een soort eindbeeld, volwassen toestand, een beeld van zo moet het worden, voor ogen. In een kleine stadstuin is een "volwassen" stadium vaak al na een jaar of vijf tot zeven bereikt, terwijl dit in een grotere siertuin bijvoorbeeld vijfentwintig jaar kan duren. De afmetingen van de planten moeten dus in de juiste verhouding staan tot de afmeting, grootte van de tuin.
Plantverband
Het plantverband wordt mede bepaald door het type van de beplanting. Dit heeft vaakte maken met o.a. de onderhoudsaspecten. In een landschappelijkgebied moet bijvoorbeeld onkruidbestrijding in verband met de tijd en kosten machinaal plaatsvinden terwijl dit in een siertuin vaak handmatig kan of moet gebeuren.
We kunnen bijvoorbeeld als volgt planten:
Verspreid en op rijen
Een en ander hangt ook af van de soort planten en plantafstanden. In het gebruik van bijvoorbeeld heesters en vaste planten zitten nogal wat verschillen.
Aanpassen van groeivoorwaarden
Je kunt andere plantengroei mogelijk maken, door veranderingen aan te brengen t.o.v. de groeivoorwaarden.
Bijvoorbeeld:
Zorg er wel voor dat je door veranderingen t.a.v. de omgeving niet het beplantingsbeeld uit de toon laat vallen (te rigoreuze veranderingen). Bovendien is het vaak een kostbare zaak. Het zijn echter prima mogelijkheden voor kleine siertuinen, stadstuinen enz.