Informatie voor de docent

Docentenhandleiding

(moet nog worden aangepast aan het digitale arrangement)

Dit arrangement is gericht op kwalificatieniveau 3/4

Inleiding

 

 

De inleiding is bedoeld om deelnemers warm te maken voor het onderwerp en aan te haken bij de leefwereld van de deelnemers.

 

Inhoud

Hier worden in vier werkmodellen uitgelegd op welke manier je kunt participeren in het politieke domein. Wellicht zijn er nog meer manieren te bedenken, maar dit vinden wij de belangrijkste. Werkmodellen zijn modellen waarlangs de professional redeneert. Omdat de professional hier de burger is, is het model dat de burger (als het goed is, en vaak onbewust) hanteert om te komen tot een manier van politieke beïnvloeding.

Opdrachten

In het materiaal van Leren Loopbaan en Burgerschap werken we met opdrachten. In dit materiaal doen we suggesties voor opdrachten. We onderscheiden twee soorten opdrachten:

- De opdracht die zelf door de deelnemer of door de groep wordt bedacht. Dat kan zijn het uitzoeken van een politiek/maatschappelijk probleem dat de deelnemers zelf tegenkomen of opgezocht hebben.

- Ook geven we een aantal casussen. De docent beslist uiteindelijk hoeveel en welke opdrachten gebruikt worden. Bij de casussen bestaat de uitwerking daarvan uit een advies aan de persoon in de casus

Fasering/ organisatie

De docent is uiteraard vrij in de organisatie van de lessen. In het programma kunnen de lessen wekelijks terugkomen. De cursus kan ook gecomprimeerd in een projectweek aangeboden worden. Er zijn 10 voorbeeld casussen beschreven, maar er kan natuurlijk ook gebruik gemaakt worden van casuïstiek die de deelnemers zelf aandragen. Hieronder staat een werkmodel afgedrukt voor het inrichten van een cursusbijeenkomst. Deze kan als leidraad gebruikt worden.

Werkmodel voor het inrichten van een cursusbijeenkomst

Dit is een voorbeeld om te laten zien dat een docent veel dichter bij de cursusinhoud blijft dan tijdens een project. De cursus is bedoeld om studenten te leren concepten te gebruiken: denken als professional/verantwoordelijke burger. De docent is voorbeeld en laat zien hoe hij of zij denkt: problemen analyseert, overweegt, oplost…

1. Geef de opdracht voor deze les of lessen.

2. Start met het vertellen van het probleem of deelprobleem (casus) aan de hand waarvan de opdracht gemaakt wordt.

3. Vraag studenten vijf minuten een poging te doen de opdracht te maken: probleem of casus op te lossen.

4. Vraag vijf minuten reacties.

5. Geef aan welke concepten een rol spelen in deze les.

6. Geef aan waar die te vinden zijn in een boek.

7. Stel je zelf op het standpunt van de verantwoordelijke burger en los het probleem voor de studenten op

(je bent rolmodel)

8. Laat zien hoe je theorieën met een kleine t (werkmodel)gebruikt om het probleem te analyseren en op te lossen.

en op te lossen.

9. Laat zien hoe je theorieën met een grote T (zie de nodige achtergrond info in Angerenstein) gebruikt om oplossing te kiezen en verantwoorden.

10. Geef een probleem om te oefenen (dat kan ook buiten de bijeenkomst).

11. Geef nooit een hoofdstuk uit een boek op zonder die te koppelen aan een probleem.

(vrij naar: M.Ploegman)

politiek

En....wie beslist dat?

blz. 11 van 11

Beoordeling

Algemeen:

De kerntaken op het gebied van Leren Loopbaan en Burgerschap zijn onderdeel van de examinering van de deelnemers die een beroepsopleiding volgen. Anders dan bij het beroepsdeel, hoeven de deelnemers niet aan een van tevoren vaststaand niveau te voldoen. Er moet echter wel ontwikkeling aangetoond worden. Deze ontwikkeling wordt onder andere aangetoond met een zelfscan die de deelnemer aan het begin van de opleiding maakt. Per kerntaak en werkproces behaalt de deelnemer een score. Er is een indeling gemaakt in 4 niveaus, A, B, C en D. Deze niveaus staan los van de kwalificatieniveaus. Ze zijn terug te vinden in het document met de beoordelingscriteria dat samen met het CINOP is ontwikkeld.

Ook de resultaten van deze cursus worden volgens deze beoordelingscriteria beoordeeld. De eisen waaraan afsluitende casus(sen) moeten voldoen staan hieronder vermeld. Ze zijn vertaald naar de werkprocessen. Bedoeling is dat in de kolom ‘niveau’ een A, B, C of D wordt ingevuld. Na enige bestudering van het document met de beoordelingscriteria kan hopelijk vrij snel bepaald worden op welk niveau de deelnemer de casus heeft gemaakt.

Ongeacht het niveau moeten de vormeisen die gesteld worden aan de casusuitwerking voldoende zijn.

Begeleiding en beschikbare tijd

Het belangrijkste wat de docent doet is het voorleven van het werkmodel. In les 1 gaat de docent het probleem helemaal samen met de deelnemers uitwerken. Dit dient als voorbeeld zodat deelnemers in de volgende bijeenkomsten goed weten wat er van hen wordt verwacht.

 

 

 

 

 

 

Beoordelingsformulier