4. enkelvoud (ik- en hij-vorm)

Het enkelvoud van zwakke werkwoorden in de verleden tijd.

 

Hoe schrijf je het enkelvoud van zwakke werkwoorden in de verleden tijd?

Zwakke werkwoorden krijgen in de verleden tijd en als het onderwerp enkelvoud is, -de of -te achter de stam.

vb.

 

fietsen ik fiets Ik fietste.
werken ik werk Hij werkte.
verhuizen ik verhuis Kees verhuisde.
rekenen       ik reken        De juf rekende.

 

 

 

Wanneer krijgt een werkwoord -de? Wanneer krijgt een werkwoord -te?

- Je kunt het horen als je het zegt.

- De regel van 't sexy fokschaa ( of 't kofschip x of 't ex fokschaap of foxy pakt chips)

    - Haal van het hele werkwoord de -en af.

    - Is laatste letter een medeklinker die in 't sexy fokschaa staat (t-s-x-f-k-ch-p), dan krijgt het werkwoord -te, anders -de.

Maar, let op:

verhuizen   verhui --> geen 't sexy fokschaap, dus -de: verhuisde.

weven       we      --> geen 't sexy fokschaap, dus -de: weefde

 

 

Maar, let op:

vergroten     ik vergroo    De fotograaf vergrootte de foto.

verbreden    ik verbreed     De wegwerker verbreedde de weg.

De ik-vorm eindigt op een -t of -d, er komt in de verleden tijd enkelvoud -te of -de bij, dus: -tte of -dde.

Bron: www.cambiumned.nl

 

http://www.spellingjuf.nl/filmpje4.html

http://www.spellingjuf.nl/filmpje10.html