Mais als gewas

Van korrel tot plant

Het telen van maïs begint met ploegen van de akker. Zo ontstaat er een fijne losse ondergrond zonder andere planten en onkruiden.

Mesten
De akker wordt bemest met varkensmest of koeienmest, dit noemen we gieren. Deze mest wordt met een speciale machine in de grond gebracht: 'geïnjecteerd' heet dat. Voor de verbouw van maïs is erg veel mest nodig, dat vinden de boeren prima, want zo raken ze de poep van hun dieren mooi kwijt.

Maïsplant
Begin mei worden de maïskorrels gezaaid, hieruit groeien de kiemplantjes. Als de maïsplantjes klein zijn, wordt er éénmaal gespoten tegen onkruid. Dit is belangrijk omdat het onkruid veel sneller groeit dan de maïs. Zou dit niet worden gedaan, dan kan het de kleine maïsplantjes gaan overwoekeren. Tegen de tijd dat het onkruid weer terug komt zijn de maïsplanten groot en sterk genoeg.

Bloemen
Maïs is een graangewas. De bladeren lijken wel wat op die van gras en krijgen aren. Als de mais gaat bloeien, verschijnen er eerst piepkleine saaigekleurde bloemetjes. Dit zijn de vrouwelijke bloemen, zij groeien later uit tot de maiskolven. Het gewas heeft ook mannelijke bloemen, deze bloemen zitten boven in de plant.

Oogst
De bestrijding van onkruid kan op twee manieren gebeuren:

Om er zeker van te zijn dat er aan het einde van het groeiseizoen een goede oogst is, beregent de boer het gewas. Dit doet hij met behulp van een beregeningsinstallatie.Zo krijgt de maïs ook in tijden van droogte genoeg vocht. Uiteindelijk kan de maïs ongeveer eind augustus geoogst worden. Dat gebeurt met een soort hakselaar die de planten met rijpe kolven opslokt en in snippers hakt. Dit mengsel van versnipperde bladeren en maïskorrels is het voer voor kippen of varkens.

 

Mais oogsten