Verwarming van peulen
Sinds 1847 maakt men al chocolade! Chocolade wordt gemaakt van cacao en deze cacao komt weer van cacaobonen. Cacaobonen zitten in peulen (net als tuinbonen en erwten), die aan de cacaoboom groeien. Cacaobomen houden van een warm, tropisch klimaat en groeien dan ook in Afrika en in de Tropische regenwouden van Zuid-Amerika. In elke peul zitten zo’n twintig tot veertig bonen. Deze peulen worden geplukt en dan afgedekt met bananenbladeren. Hieronder wordt het erg warm en gaat het broeien. Hierdoor veranderen de bonen en ze beginnen dan al naar chocolade te ruiken. Dit proces heet fermentatie.
Verwerking in de fabriek
Daarna worden de bonen te drogen gelegd in de zon. Eenmaal droog, kunnen ze geëxporteerd worden naar landen zoals Nederland. In Nederland gaan ze naar de fabriek waar ze verder verwerkt worden. Eerst wordt het huidje om de boon verwijderd. Dit huidje is, als gevolg van het drogen, hard geworden en wordt er in de fabriek afgehaald door de bonen door 2 walsen te halen. Een blaasmachine blaast de huidjes die ook wel doppen genoemd worden, in een opvangzak. De doppen gaan naar een tuincentrum en worden daar gebruikt als tuindecoratie of om een paadje mee te bedekken.
Van cacaomassa naar chocolade
De nu gepelde bonen worden in de fabriek vermalen tot een dikke vloeibare massa, deze massa wordt cacaomassa genoemd. De cacaomassa bestaat uit cacaoboter en cacaopoeder. Chocolade wordt gemaakt van cacaomassa, melkpoeder en suiker. Dit wordt gemengd en heel lang geroerd en verwarmd.
Eenmaal vloeibaar kun je het in vormpjes gieten en er zo bonbons en chocoladeletters van maken.
Wist je trouwens dat van cacaoboter limpenbalsem gemaakt kan worden? |