Hans wil verstandig met geld omgaan. Hij wil goed opletten dat hij niet meer uitgeeft dan hij aan inkomsten heeft. Daarom gaat hij een budgetplan maken. Hoe belangrijk dat is, kun je lezen in het infoblok 'Jongeren en geld'. Je vind het infoblok op de bronnenpagina.
Hans gaat een budgetplan maken voor de maand oktober. Hans heeft dit alleen nog nooit gedaan. Jij kunt hem hier vast prima bij helpen! Weet je niet meer hoe een budgetplan eruit ziet? Kijk eens in je informatieboek!
Opdracht 6
Zet de verwachte maandinkomsten van Hans in zijn budgetplan.
Hans werkt op zaterdag bij de groenteman. Hij verdient hier € 150,- per maand. Hij krijgt € 9,- zakgeld per week. Hij krijgt € 30,- kleedgeld per maand. Van zijn oma krijgt hij elke week € 7,50.
Opdracht 7
Hans verwacht in oktober de volgende uitgaven te hebben.
Lidmaatschap sportclub | € 40,- per maand |
Vervoer | € 20,- per maand |
Mobiele telefoon | € 75,- per kwartaal |
Eten en drinken | € 15,- per maand |
Kleding | € 25,- per maand |
Overige uitgaven (cadeaus etc.) | € 20,- per maand |
Uitgaan | € 78,- per maand |
Zet de verwachte uitgaven van Hans in zijn budgetplan voor oktober.