Een ras is een diergroep die bestaat uit dieren met dezelfde erfelijke eigenschappen. Ze zijn raszuiver als ze bij onderlinge paringen deze eigenschappen en kenmerken overdragen op de nakomelingen.
Het ontstaan van rassen
Omdat de mensen onder verschillende omstandigheden leefden, ontstonden er ook verschillende doelen waarvoor de dieren gebruikt werden. Zo zijn er groepen mensen geweest die koeien gebruikten voor vleesproductie, anderen juist voor melkproductie en weer anderen om ermee te ploegen. Je begrijpt het al, je kreeg allerlei ondersoorten van de soort koe. Hetzelfde is gebeurd bij andere diersoorten. Zo zijn er zware, dikke kippen ontstaan die het goed deden aan het spit en ook lichtere kippen die veel eieren legden. Honden zijn gefokt voor het beschermen en bewaken van huis en haard, de zogenaamde heemhonden, of voor het bewaken van de kudde, de herdershonden, of voor het opsporen van wild, de jachthonden. Zo kun je nog talrijke voorbeelden bedenken waarbij het steeds de mens is geweest die heeft geselecteerd op die eigenschappen die het beste pasten bij zijn gebruiksdoelen. Ook zijn dieren wel gefokt op religieuze gronden en, later, ook wel als statussymbool, bijvoorbeeld de vechthonden en vechthoenders.
Nog steeds gaat dit proces door. Het begrip ras is nu echter meer gedefinieerd. Een dier behoort tot een ras, is raszuiver, als het bij onderlinge paring de hoofdeigenschappen aan de nakomelingen doorgeeft. Bij een paring van een boxer met een boxer komen er boxerjongen. Het kleurpatroon, de lichaamsbouw en de haarstructuur blijven gelijk. Bij een paring van een boxer met een whippet worden er wel jonge honden geboren (de soort is en blijft hond), maar vraag niet wat dat dan oplevert qua eigenschappen.
Veredeling
Verbetering van alle gedomesticeerde dierrassen komt veel voor. Bij landbouwhuisdieren wordt de verbetering vaak aangeduid met het woord ‘veredeling’. De sportfokkerij bemoeit zich met de dieren die niet landbouwproductiedier gebruikt worden.
Bij de zogenaamde veredeling van dieren houdt men zich bezig met het verbeteren van de huidige rassen. Dit kan door nieuwvormingskruisingen, lijnenteelt binnen rassen en het vastleggen van mutanten tot een nieuw ras. Alle veredeling heeft in principe het doel om in de veehouderij betere resultaten te krijgen. In zekere zin is er nog steeds sprake van selectie van dieren ten behoeve van de mens. Men spreekt dan bijvoorbeeld over het veredelde Nederlandse landvarken. Dat is dus een gewoon varkensras, namelijk het Nederlandse landvarken, maar dan verbeterd.
De sportfokkerij
Naast de commerciële veredeling is ook de sportfokkerij voortdurend bezig bestaande rassen te verbeteren of nieuwe rassen te ontwikkelen. De sportfokkerij wordt bij heel veel gedomesticeerde dieren toegepast. Dat dieren gedomesticeerd zijn, is dus wel een voorwaarde. Sportfokkerij met kangoeroes komt bijvoorbeeld niet voor. Bij alle, niet bedrijfsmatig gehouden, maar gedomesticeerde dieren eigenlijk wel. Dus bij paarden, ezels, honden, kippen, duiven, katten, kleurmuizen en noem maar op, is de sportfokkerij actief. Hier hebben we niet meer te maken met het eigen levensonderhoud, op welke manier dan ook, maar met een prachtige hobby.
In de wereld van de sportfokkerij krijgt men steeds meer te maken (en misschien wel terecht) met een kritische bevolking die uitwassen niet meer accepteert. Voorbeelden hiervan kun je zelf bedenken. Wellicht is het goed om in de klas eens een gesprek te houden over wat wel en wat niet toelaatbaar is in de fokkerij. Je praat dan over ethische vragen. De ethiek houdt zich bezig met de vragen over goed en kwaad en met zaken als normen en waarden.
Nieuwe rassen
Het vormen van nieuwe rassen gaat nog steeds door. Enerzijds komt dat door echte nieuwvormingskruisingen, anderzijds door mutanten die daarna verder zuiver worden gefokt en waarvoor een erkenning wordt gevraagd. Een recent nieuw fokproduct is bijvoorbeeld de Saarloos wolfshond.