Neerslag en verdampingsgegevens
De functie van het water met betrekking tot bodem en plant.
Planten bestaan voor 60% tot 90% uit water. Ook is water nodig bij de assimilatie. Het grootste deel van het opgenomen water dient voor de verdamping. Bij een grote windkracht, een hoge luchttemperatuur en een lage luchtvochtigheid is de verdamping groter. De plant kan zijn temperatuur regelen door de verdamping. Het water in de bodem is van belang voor het oplossen van voedingszouten de structuur van de grond, de waterhuishouding van de bodem en een goed bodem leven.
Door een teveel aan water in de wintermaanden en een tekort in de zomermaanden moeten we maatregelen nemen om de bodem de juiste vochtigheidsgraad te geven.
Deze maatregelen kunnen bestaan uit:
Het water in de bodem komt op de volgende manieren voor:
Is afkomstig van regen, sneeuw, sproeien. Een gedeelte hiervan blijft in de bovengrond hangen. Een fijne humus rijke bodem kan veel hangwater vasthouden.
Het water kruipt vanuit het grondwater door nauwe gangen (capillair) omhoog. Net boven het grondwateroppervlak zijn deze gangen gevuld met water en ontbreekt de lucht. Deze zone is ongeschikt voor plantenwortels. Iets hoger zijn de omstandigheden ideaal omdat daar de poriën gevuld zijn met water en lucht.
Elke ruimte wordt hierdoor gevuld. Als we een gat voldoende diep maken komen we in het grondwater. De grondwaterstand wisselt met het jaargetijde.
Verzadigingspunt, verwelkingspunt en veldcapaciteit
De plantenwortels kunnen niet alle water uit de grond halen. Het water wat de plant tot z'n beschikking heeft noemen we ook wel beschikbaar water.
Het punt wanneer een plant niet meer water meer uit de grond kan opnemen (verwelking van de plant) noemen we het verwelkingspunt. Ondanks dat de plant geen water meer kan opnemen bevat de grond nog wel water!. Dit water is zo sterk gebonden aan de gronddeeltjes dat de wortels niet meer in staat zijn om dit tot zich te nemen.
Op het moment dat het water niet meer in de poriën en holten blijft hangen en naar beneden zakt, noemen we veldcapaciteit. Elke grondsoort heeft een andere veldcapaciteit.
Veldcapaciteit is de term die gebruikt wordt om het maximale watergehalte weer te geven dat in de bodem achterblijft na vrije drainage van het overtollige water onder invloed van de zwaartekracht.
We kunnen dus zeggen:
Je kunt dit vergelijken met een spons in een emmer met water. De poriën zijn dan vol met water en hebben de spons dus verzadigd. Het moment dan je de spons uit de emmer haalt en zonder tegendruk laat uitdruppen, zal de spons op veldcapaciteit zijn wanneer deze is uitgedrupt (vergelijk dit met het wegzaken van het water naar het grondwater). Wanneer je de spons uitknijpt (vergelijk dit met de zuigkracht van een plant) bereik je als er geen water meer uitkomt het verwelkingspunt.
Afvoer van water
Bij plantengroei speelt water een belangrijke rol. Een overmaat aan water zowel als een tekort heeft grote invloed op de groei van de planten. Soortenkeuze speelt in dit opzicht een belangrijke rol. Bij een te hoge grondwaterstand (b.v. 50 cm. onder maaiveld) verankeren bomen en heester zich slecht. Ontwateren van de bodem is dan noodzakelijk. Dit kan op verschillende manieren:
Drainagebedrijf Combi Drain (Assen/Coevorden) bezig met drainage aanleggen voor een bollenteler. De drainage machine is een Inter Drain 1824T kettinggraver en de sleuven worden weer dichtgeschoven door een Case IH Maxxum 125. https://youtu.be/kDSJHdcUaRE