3.3 Werkplanning

In een moderne bedrijfsvoering neemt de planning een steeds belangrijker plaats in. De totale bedrijfsplanning, dus het opstellen van een plan voor alle arbeid en machines wordt in deze leerstof niet besproken. Onder planning wordt hier de planning van één object bedoeld. We noemen dit objectplanning.

Plannen is nadenken over wat je gaat doen en hoe. Mensen blijken zich van nature tegen planning te verzetten. De aanleg van een tuin lijkt zo makkelijk: 's ochtends laad je de wagen met spullen en de rest spreekt vanzelf. Vaak blijkt het materiaal niet op tijd aangeleverd te zijn of had de graafmachine toch beter gelijk kunnen komen. Om zo effectief mogelijk te kunnen werken is planning noodzakelijk. In het begin lijkt planning tijdrovend papierwerk, maar plannen is tijd sparen. Vooraf wordt bekeken langs welke leidraad de tuin aangelegd zal worden en wie op welk moment wat doet.

Werkplanning is het verdelen van arbeid en machines overeen bepaalde tijdsperiode ten behoeve van een aanlegobject.

Bij het opstellen van een werkplanning stel je jezelf de volgende vragen:
- Welke aktiviteiten zijn nodig om het doel te bereiken?
- Welke mensen en machines zijn daarbij nodig en op welk moment? Wie werkt met wie samen?

- Besteed je een deel van de werkzaamheden uit? Of voer je alles zelf uit?

- Zijn alle machines aanwezig of ga je huren?
- Waar en wanneer kunnen moeilijkheden ontstaan en welke maatregelen kun je bedenken om deze te voorkomen, te beperken of op te heffen?

Veel van deze vragen heb je al beantwoord bij het maken van de begroting. Je kunt bij het maken van de werkplanning dan ook gebruik maken van deze begroting. Voor deze planning is een overzichtelijk planningsschema ontwikkeld.

Op dit formulier tref je het volgende aan:

* Aantal benodigde uren volgens begroting;

* Aantal mensdagen. Dit is het aantal uren volgens de begroting gedeeld door het aantal werkuren. Je moet daarbij rekening houden met reistijden, werkoverleg etc;

* Maximaal te benutten werkbare dagen;

* Start-/opleverdatum:
-Startdatum is hettijdstipwaaropjemetde aanleg begint;

-Opleverdatum is het tijdstip waarop de tuin klaar moet zijn.

Het schema is als volgt ingedeeld:
- Nr.
Dit is het rangnummer van de werkzaamheid of handeling;

- Werkzaamheden.
Hierin vul je alleen de hoofdrubrieken in, zoals voorbereidingswerkzaamheden, opruimingswerkzaamheden, grondverzet, grondbewerkinge.d., zoals je die vindtin Het Groene Boek. Dit doe je, omdat je vooral bij de wat kleinere objecten, versnippering in uurdelen krijgt in plaats van uren en daardoor het overzicht van de planning verloren gaat. Het gaat bij plannen om het grote geheel en niet om de details.

- Dagnrs. 1 t/m 25.
Achter de werkzaamheden wordt het aantal urendagen of dagdelen ingevuld. De kunst van een werkplanning is zoveel mogelijk werkzaamheden te laten overlappen, dus onder elkaar in plaats van naast elkaar. Een en ander is natuurlijk wel af hankelijk van de beschikbare mens- en machinekracht. Werkzaamheden, die bij elkaar horen zo veel mogelijk op dezelfde tijd laten uitvoeren.

- Totaal uren.
Tel aantal uren per dag op. Dit mag het aantal werkuren, die je per dag ter beschikking hebt niet overschrijden.

- Werk door derden.
Deze rubriek is apart aangegeven, om duidelijk te laten zien wanneer de inzet van derden verlangd wordt. Vermeld om wat voor bedrijf het gaat, loonwerkbedrijf, installatie bureau, met daarachter de naam.

- Machines.
Welke machines, eigen of van derden moeten gebruikt worden. De reservering moet vroegtijdig plaatsvinden. Werkzaamheden die door dezelfde machine uitgevoerd kunnen worden moet je zoveel mogelijk bundelen. Bijvoorbeeld: Het verwijderen van de stobben en het graven van de cunetten door een hydraulische graafmachine.

- Materialen.
Dode en levende materialen moeten op tijd aangeleverd worden om het werk niet te vertragen.

Er zijn drie uitgangssituaties wat betreft de besteedbare periode.
1 Startdatum bekend.
2 Opleverdatum bekend. De startdatum bepaal je door terugrekening van het aantal werkdagen.
3 Start- en opleverdatum bekend. In enkele gevallen zijn beide data bekend. Het object moet in een bepaalde periode aangelegd worden. Als blijkt dat het totaal aantal arbeidsuren om het werk uit te voeren groter is dan de uren die je beschikbaar hebt in die periode, is de aanleg te groot voor jouw bedrijf. Je zal moeten besluiten bepaalde werkzaamheden aan anderen uit te besteden of het werk niet aan te nemen.

Indien de werkzaamheden vanuit een bestek voortkomen moet je de perioden aanhouden die in de Standaard zijn aangegeven.

Kabels en leidingen
Een planning maak je zo dat de uitvoering vloeiend verloopt. Als je werkzaamheden gaat uitvoeren waarbij mogelijk kabels of leidingen aanwezig zijn is extra aandacht noodzakelijk, zoals bij het rooien of planten van bomen, bij egalisatie, drainage en diepploegen. Om schade te voorkomen is het Kabels en Leidingen Informatiecentrum (KLIC) opgericht. Hierbij zijn onder anderen bedrijven voor electriciteit, gas, telecommunicatie, en waterleiding aangesloten. Bel drie werkdagen voordatje begint het KLIC. Deze instantie geeft deze melding door aan de betrokken instanties en daarna wordt je rechtstreeks ingelicht over de juiste ligging van kabels en/of leidingen. Op deze wijze wordt onnodige schade, met alle gevolgen van dien, zoals telefoonstoringen, stilstaande machines, kelders vol water etc. voorkomen. Sinds 2009 maakt KLIC onderdeel uit van het Kadaster.