7 De opdrachten

Verwerkingsopdracht 1:
Veldinventarisatie
Inventariseer een bestaande tuin in de buurt van de school op de volgende onderdelen:

Verwerkingsopdracht 2:
Inventariseren van ontwerp
Bereken de oppervlakten van een door de school aan te reiken voorbeeld tuinplan. Gebruik daarbij het voorbeeld formulier Lijst oppervlakten.

Verwerkingsopdracht 3:
Het maken van een bestellijst beplanting
Maak met behulp van een voorbeeld beplantingsplan de bestellijst. Gebruik hiervoor de voorbeeld bestellijst (uit de Standaard).

Verwerkingsopdracht 4:
Het lezen van het bestekken
Beantwoord aan de hand van het voorbeeld bestek en de Standaard de volgende vragen:

1 Wanneer is dit bestek geschreven?

2 Wie is de opdrachtgever?

3 Wat betekenen de letters R.A.W.?

4 Wat betekenen de letters U.A.V.?

5 Uit hoeveel gedeelten bestaat dit bestek?

6 Wat is de onderhoudstermijn van dit object?

7 Wat betekent een kruisje in de kolom L?

8 De hoofdcode in dit bestek begint meestal met 51. Welke categorie is code 51 ?

9 Hoeveel kilogram meststof moet er gestrooid worden?

10 Wie zorgt er voor de levering van kunstmest en de stalmest?

11 Waarom wordt het haagknippen in vierkante meters vermeld en niet in strekkende meters?

12 Wat verstaat de Standaard onder snoeien?

13 Wat wordt verstaan onder zwerfvuil?

14 Wie stelt de mobiele versnipperaar ter beschikking? De aannemer of de aanbesteder?

15 Wat verstaat men onder een stelpost?

16 Met welke hoofdcode begint het hoofdstuk stelpost? Welke catagorie is deze hoofdcode?.

17 Wat betekenen de letters CROW?

18 Mogen prijsverhogingen van bouwstoffen doorberekend worden? Waarom wel/niet?

19 Mogen er volgens dit bestek bestrijdingsmiddelen worden gebruikt?

20 Mag de aannemer onder alle weersomstandigheden het werk uitvoeren?

Verwerkingsopdracht 5:
Plannen, begroten en nacalculeren.

Maak met behulp van het tuinplan en de gemaakte planinventarisatie uit hoofdstuk2 een begroting, een werkplanning en een offerte. Maak gebruik van de voorbeeldformulieren in deze leerstof.

Verwerkingsopdracht 6:
De onderhoudsinventarisatie
Inventariseer ten behoeve van het onderhoud een bestaande tuin in de buurt van de school. Gebruik hiervoor de inventarisatie formulieren.

Verwerkingsopdracht 7:
Maak van een tuin in de buurt van school die je in hoofdstuk 4 hebt geïnventariseerd een onderhoudsplan, -begroting, werkplan/ tijdschema en een offerte.

Verwerkingsopdracht 8:
Bij de volgende opdrachten mag je gebruik maken van literatuur. Literatuur:
- tuin en landschap.nl

- andere informatie van het internet.

1
Wat is het aantastingsbeeld en schade van deze beschadigers?
2
Hoe kan schade/aantasting preventief worden voorkomen?
3
Op welke waardplant(en) komen deze beschadigers voor?
4
Geef aan of de beschadigers bestreden moeten worden.
Zo ja waarom, waarmee en hoe?

Verwerkingsopdracht 9:
Bij de volgende opdrachten mag je gebruik maken van literatuur.

Literatuur:
- Infectieziekten indeboomteelt en het openbaar groen (Eiker¬bout nr. 171A);
- Gewasbeschermingsgids;
- Overige vakliteratuur en internet.

1
Wat is het aantastingsbeeld en de schade van deze ziekten?
2
Hoe kan schade/aantasting preventief worden voorkomen?
3
Op welke waardplant(en) komen deze ziekten voor?
4
Geef aan of de ziekte bestreden moetworden.
Zo ja waarom, waarmee en hoe?

Verwerkingsopdracht 10:
Bij deze opdracht mag je gebruik maken van literatuur:
- Gewasbeschermingsgids, vakliteratuu,  internet

1
Hoe moeten de in de lesstof genoemde gebreksziekten worden
bestreden als ze voorkomen in tuinen.

Verwerkingsopdracht 11:
Zoek met behulpvan de leraar/lerares een aantal praktijkvoorbeelden in de buurt van de school met betrekking tot groeistoornissen.

1
Onderzoek het probleem en stel de mogelijke oorzaken vast.
2
Geef aan hoe het probleem het beste opgelost kan worden.

Verwerkingsopdracht 12:
Bij de opdrachten mag gebruik worden gemaakt van literatuur en internet:

1

Geef per gewas aan: (lijst wilde flora)
- De bloeiperiode;
- Het verspreidingspatroon;
- De concurrentie;
- Debloeikleur.
2
Inventariseer van een tuin in de buurt van de school per beheersgroep welke ongewenste gewassen er voorkomen (beheersgroepen zie 4.2)
3
Stel vast in overleg met de groengebruiker wat de uitgangspunten worden met betrekking tot het bestrijden van ongewenste gewassen.
4
Geef aan per beheersgroep, rekening houdend met de uitgangspunten van de groengebruiker, welke onderhoudsmaatregelen er uitgevoerd moeten worden t.a.v. ongewenste gewassen.
5
Geef aan per beheersgroep en rekening houdend met de uitgangspunten van de groengebruiker welke onderhoudsmaatregelen het meest economisch en doelmatig zijn.