Grondbewerking kun je onderverdelen in:
A Het uitvoeren van een profiel bewerking;
B Het bewerken van de bouwvoor.
A AdA. Het uitvoeren van een profiel bewerking.
Profiel bewerking kan bestaan uit:
Het mengen van lagen voer je uit om de bovenlaag te verrijken of te verschralen. Ook wordt hiermee de waterhuishouding, draagkracht en beworteling verbeterd.
Het mengen op zich moet je tijdens de bewerking uitvoeren of daarna. Als je achteraf gaat mengen is de bewerkingdiepte beperkt tot ongeveer de diepte van de bouwvoor omdat de meeste grondbewerkingsmachines die geschikt zijn om te mengen niet dieper dan 30 cm werken.
Het breken van verdichte en/of storende lagen
Verdichte lagen in het profiel zijn ontstaan door een te hoge druk belasting van het profiel door bijvoorbeeld vrachtverkeer. De verdichting hef je op door de grond te woelen.
Storende lagen in een profiel hebben een samenstelling die afwijkt van die van de rest van het profiel. Dit kunnen klei-, leem-, veen- en zandlaagjes en ijzerhoudende grondlaagjes zijn. Deze laagjes kunnen zowel storend werken op de waterhuishouding als op de beworteling.
Het is niet mogelijk dat je een storende laag definitief opheft door te breken. Na verloop van tijd is de storende laag min of meer weer in zijn oude situatie teruggezakt en wederom storend. Het wisselen en mengen van lagen kan de storende laag definitief opheffen.
Drainage
Drainage is een vorm van ontwatering. Ontwatering betreft alle maatregelen die er toe leiden dat een terrein beter en sneller van een teveel aan water wordt verlost. Je kunt daarvoor o.a. greppels graven, verticale- en horizontale drainage aanbrengen en cultuurtechnische maatregelen uitvoeren als breken van storende lagen en verschralen.
Drainage heeft als doel de waterafvoersnelheid/-capaciteit van een profiel te vergroten en of de natuurlijke grondwaterstand van het profiel blijvendteverlagen.
Het uitvoeren van de aanleg en het onderhoud van een drainagesysteem.
Algemeen
De aanleg van een drainagesysteem wordt uitgevoerd nadat je het grove grondverzet en een eventuele profiel bewerking hebt uitgevoerd.
Voor het bepalen van de draindiepte.drainafstand, toe te passen drainagesyteem, te gebruiken materialen en aanleg methode worden specialisten ingeschakeld.
Het op goed geluk enkele drains verwerken is riskant, omdat je het risico loopt te weinig water te ontrekken en dat je alsnog achteraf
maatregelen moet nemen die veel duurder zijn en minder effectief, zoals het aanbrengen van verticale drainage.
Ten behoeve van de uitvoering van de aanleg van drainagesystemen wordt een plan gemaakt. Bij dit plan behoren een tekening en bestek.
Voor het uitvoeren moet je uitgaan van tekening en bestek. Om een goede werking van de drainage te garanderen moet je bij een lage grondwaterstand en onder droge omstandigheden de drains aanleggen. Om grondwater overlast te voorkomen werkje bij de aanleg van laag naar hoog.
Indien de drains omhuld zijn met organisch materiaal, mag je om te voorkomen dat de omhulling snel verteert en zich een slecht doorlatende laag vormt, geen humeuze bovengrond direct op de drain aanbrengen.
Het uitzetten van de drainreeks
De draindiepte zetje uit door bij de uitmonding in de sloot, een hoogtepiket te plaatsen.
Als je de piket onder in het talud plaatst geeft de kop van de piket de hoogte van de sleufbodem (drain-diepte) aan. Plaatsje de piket in het maaiveld dan moetje aangeven hoeveel cm onder de kop van de piket, de sleuf-bodem
Het verschil in hoogte tussen begin en eindpiket geeft het afschot/de helling aan. Bij het werken met zichtborden pas je een sleufzicht toe. Een sleufzicht is een zichtbord dat even lang is als de afstand tussen de bovenkant van het zichtbord en de sleufbodem. Deze afstand kun je bepalen door de som te bepalen van, de lengte van het zichtbord plus het zicht aan de piketten en de draindiepte.
Als de afstand tussen het begin-en eindpiket groter wordt dan 20 a 30 m. plaats je om de tien tot twintig meter tussenpiketten. De bovenkant van de piketten staan dan in de zichtlijn tussen eind- en begin-piket.
De te graven sleuf lijn je eerst uit door van piket naar piket een touw te spannen. Je kunt mits de overspanning, in verband met doorzakken, niet groter is dan 10 a 15 m. het strak gespannen touw als hoogtelijn gebruiken.
De eerste en de tweede steek van de sleuf graaf je met een bats of steekschop. De rest van de sleuf graaf je met een draineerspade ook wel drainboor genoemd. Tenslotte werk je de sleuf bodem af met de draineerschuimschop.
Bij het graven van de sleuf moetje de humeuze bouwvoor scheiden van de overige grond.
Indien de omstandigheden het toelaten kun je voor het graven van de sleuf een sleuvengraver ook wel kettingfrees genoemd inzetten
Nadat je de drain in de sleuf hebt aangebracht, vul je de sleuf.
Het machinaal aanleggen van een drainagesysteem.
Voor het machinaal aanleggen van een drainage huur je een gespecialiseerd bedrijf in. Deze bedrijven zijn tegenwoordig in staat om in een arbeidsgang de drain aan te brengen. Deze machines zijn laser gestuurd en bereiken hierdoor een grote nauwkeurigheid.
Het controleren en onderhouden van een drainagesysteem.
Het is belangrijk om regelmatig de drains op hun werking te controleren.
Verwerkingsopdracht 8:
Het leggen van een drain.
Breng volgens bestek in een handkracht een drain aan in een door
de leraar aan te wijzen aanlegobject.
Hieronder staat een schema dat van veel voorkomende drainageprobelemen, mogelijke oorzaken en oplossingen overzich¬telijk weergeeft.
Het periodiek onderhouden van het drainagesysteem.
Onderhoud eindbuis
Je moet minstens één maal per jaar de uitstroomopeningen vrijstellen. Indien er ijzerrijk water wordt afgevoerd, moet je de eindbuizen één of twee keer per jaar doorsteken omdat zich vooral in de eindbuis roest afzet.
Onderhoud drainbuis
De drainbuizen moetje met name in de eerste jaren na aanleg schoonmaken. Verstopping worden veroorzaakt door verzakkingen, plaatselijke ophoping van gronddeeltjes.dichtgroeien of door roestafzetting.
Verstopping met gronddeeltjes is meestal het gevolg van verkeerd omhullingsmateriaal. Dit wordt in de eerste jaren na de aanleg snel zichtbaar omdat de drains dan het meest kwetsbaar zijn, omdat ze in losgemaakte grond liggen.
Met doorspuiten kun je dan tijdelijk de situatie verbeteren. Verstopping of onvoldoede functioneren wordt vooral in de eerste jaren na aanleg veroorzaakt door roestafzetting. Het doorspuiten besteed je uit aan een op dit gebied gespecialiseerde onderneming (aannemer of loonwerker).
A adB. Het bewerken van de bouwvoor.
Het bewerken van de bouwvoor doe je om deze geschikt te maken voor het aanbrengen van het plantmateriaal en zaaizaad. Onder het bewerken van de bouwvoor wordt verstaan het spitten, ploegen, cultiveren en frezen. De bewerkingsdiepte is in het algemeen tot maximaal 30 cm, hoewel men bij het inzetten van hydraulische graafmachines meestal de bouwvoor dieper (tot 60 cm.) bewerkt.
Hieronder worden de meest voorkomende manieren van spitten behandeld. Bedenk wel dat vanwege de bewerkingsdiepte het twee- en drie steken diep spitten meer bij het onderdeel profiel verbetering behoort dan bij het onderdeel bewerken van de bouwvoor.
Indien je het spitwerk met behulp van een hydraulische graafmachines uitvoert is de werkaanpak niet anders dan die van in handkracht. Het enige dat afwijkt is de voorbreedte, deze wordt bepaald door de technische mogelijkheden van de machine zoals de lengte van de giek en de bakinhoud.
Manieren van spitten
Voor de hand spitten
Het doel van deze manier van spitten is, de grond geschiktte maken voor het zaaien en planten. Bovendien wordt het onkruid mee ondergewerkt en geeft het een tijdelijke structuurverbetering. Voor de hand spitten pas je toe in perken, vakken, borders en tussen heesters. Deze manier pas je alleen toe als de ondergrond voldoende los is.
Meteen voor spitten
Deze grondbewerking pasje toe wanneer op het perceel veel onkruid aanwezig is. Bovendien kun je bij deze manier organische
meststof onderwerken. Je graaft een voor uit, die twee steken breed is (± 30 a 40 cm). Om doelmatig te werken, verdeel je het perceel in stroken van drie a vier meter breed, waardoor je de transportafstand van de uitgegraven grond zo kort mogelijk houdt.
Is de ondergrond vast dan kun je deze manier van spitten ook toepassen met een woelsteek.
Wanneer er veel onkruid op het terrein aanwezig is, kunnen je spitten met een inplag.
Hierbij brengen je de eerste drie a vier cm dikke plag omgekeerd onder in de voor. Dit inplaggen moet bij iedere voor plaatsvinden.
Verschillende manieren van twee steek diep spitten
Enkele aandachtspunten bij deze manier van spitten zijn:
Verwerkingsopdrach 9:
Verschillende wijzen van spitten
Voerde verschillende wijzen van spitten uit op een aanlegobject.
De inzet van gereedschappen, machines en hulpmiddelen bij grondbewerking en aanvullende informatie hieromtrent wordt in paragraaf 5 van dit hoofdstuk behandeld.