Grondverzet is het ontgraven, verplaatsen en egaliseren van grond.
Deze handelingen worden meestal gecombineerd met grondbewerking uitgevoerd
Grondverzet kan machinaal ,in handkracht of in een combinatie worden uitgevoerd. Handmatig blijft nodig bij:
Om het grondverzet tot het minimum te beperken wordt bij de werk voorbereiding vooraf bepaald hoeveel grond je moet verzetten (ontgraven, verplaatsen, ophogen,egaliseren) en waar de te verzetten grond naar toe moet. Ook kan uit de berekening blijken dat er grond moet worden ontgraven en afgevoerd of aangevoerd en verwerkt.
In deze lesstof gaan wij uit van een gesloten grondbalans, dat wil dus zeggen in het aan te leggen object wordt geen grond aangevoerd of afgevoerd. We noemen dit "werk met werk maken". Wel wordt er straatzand aangevoerd omdat de meeste grondsoorten of te vet zijn of te veel organische stof bevatten om als cunetlaag voor verhardingen te dienen.
Voordat er maar één spade de grond ingaat raadpleeg je het bestek of werkomschrijving om informatie te verkrijgen over de eisen waaraan het profiel moet voldoen. Het bestek of werkomschrijving geeft informatie wat er met de eventueel aanwezige teellaag moet gebeuren. Dieper dan 20 cm onderwerken van de teellaag kan leiden tot zuurstof te kort en is eigenlijk een verspilling van in de laag aanwezige voedingstoffen, bodemflora en -fauna. De teellaag moetje dan terzijde zetten en na uitvoering van het grondverzet weer terug te zetten.
In veel nieuwbouwsituaties is door de bouwactiviteiten de te bewerken grond nauwelijks of niet uitgerijpt en hoef je de bovenlaag (teellaag) niet gescheiden te houden.
Het bestek geeft je geen informatie over de werkaanpak, daarom is het belangrijkdat je de tekeningen goed bestudeert om efficiënt te werken.
Voor het maken van hoogte verschillen, ook wel het onder profiel brengen van het terrein genoemd moet je grond ontgraven. Je moet ook grond ontgraven voor bouwkundige elementen zoals vijvers, en verhardingen. De te ontgraven grond verwerkje bij voorkeur direct in het object en indien dit niet kan plaats je de grond tijdelijk in depot. Kies het tijdelijk gronddepot zodanig dat je bij de rest van de werkzaamheden geen hinder van ondervindt. Indien je de grond elders in het object verwerkt spreek je van ophogen. Ophogingen voer je uit om hoogteverschillen op te heffen of juist te verkrijgen of simpelweg om de aanwezig grond niet te behoeven afvoeren (werk met werk maken).
Bij het ontgraven van grond voor het aanbrengen van bouwkundige elementen, graaf je ruimer uit dan je uiteindelijk nodig hebt. Door ruimer te ontgraven ontstaat er werkruimte. Cunetten graaf je ruimer uit dan de uiteindelijke breedte van de verharding, hierdoor worden krachten op de rand beter opgevangen. Bij het ontgraven voor folievijvers moet je het graafwerk precies uitvoeren. Het grondprofiel is dan tevens vijverprofiel.
Dit geldt niet voor prefab-vijvers, deze moet je beschouwen als een bouwkundig element, dus ruimer uitgraven dan werkelijk nodig is.
Voor de maatvoering bij grondwerkzaamheden gebruik je piketten. Met piketten kunnen je lijnen en hoekpunten uitzetten. Piketten kun je ook gebruiken voor het uitzetten van hoogten. Denk hierbij aan het zicht.
In het zicht is dus niet de overhoogte berekend die eventueel wordt aangehouden als gevolg van de uitlevering.
Voor het aanhouden van de juiste afwerkhoogte plaatsje op de hoeken van hetterrein piketten, eventueel onderafschot. Onder afschot wil zeggen datje de piketten niet in een horizontaal vlak plaatst, maar datje een helling uitzet.
De piketten staan vaakzover uit elkaar datje niet voldoende nauwkeurig werk kunt leveren. Om dit probleem te ondervangen ga je vanuit de hoekpiketten andere piketten tussenzichten. Je kunt dit uitvoeren met behulp van een waterpas instrument. timmermans waterpas en rij of met een set zichtlatten.
Je kunt ook over de kop van de piketten een touw spannen maar dat werkt voor de grondwerker en de machinist niet prettig en een lijn
gaat ondanks datje deze strak trekt, bij een grotere lengte dan 10 meter, doorzakken.
Het plaatsen van de piketten 4,5 en 6 met behulp van zichtborden (ookwel zichtplanken of-latten).Eén man zicht over de planken en een tweede man slaat de te plaatsen piket in de juiste richting en op de goede hoogte.
Afschot kun je uitzetten door naast de aanwezige, in het horizontale vlak geplaatste piket, een tweede piket te slaan welke het afschot gaat bepalen. Om verwarring te voorkomen verwijder je direct na uitzetten van het hoogteveschil het hulppiket. (zie figuur)
Indien je het grondwerk machinaal uitvoert bestaat de mogelijkheid dat je de piketten vergraaft. Om dit te voorkomen kun de lijnen en hoekpunten voor het grondwerk buiten het werk plaatsen. De afstand die je extra uitzet moet wel voor het gehele werk hetzelfde zijn en is afhankelijk van de grondsoort en de soort in te zetten materieel.
Grondtransport is al snel aan de orde.In het algemeen geldt dat je transport inzet zodra je de grond niet in een arbeidsgang kunt verplaatsen.
De capaciteit en type van het in te zetten transportmiddel wordt afgestemd op de hoeveelheid, afstand en terreingesteldheid en
wordt bij de werkvoorbereiding vast gesteld.
In kleine objecten gebruik je de kruiwagen met loopplanken. Mits er voldoende werkruimte is, is het het inzetten van een gemotoriseerde kruiwagen (eventueel voorzien van rupsbanden) al snel efficiënt. Het inzetten van een lichte trekker met (kip) aanhanger is ook mogelijk. Ongeacht de keuze van transportmiddel moet je bij de uitvoering structuurbederf voorkomen.
Egalisatie
Nadat je de grond al dan niet met behulp van transportmiddelen hebt verplaatst moet de gestorte grond worden geëgaliseerd.
Onderegaliseren wordtverstaan het globaal onder profiel brengen van het object door het verschuiven van de grond.
Na-egalisatie of precisie egalisatie
Na-egalisatie ook wel precisie egalisatie genoemd is de bewerking van de bovenlaag nadat je het ontgraven, ploegen, spitten egaliseren en profileren hebt uitgevoerd, Hiermee bereik je dat het globale profiel precies wordt afgewerkt.
Verwerkingsopdracht 7:
Het uitvoeren van grondverzet.
Voer volgens bestek het grondverzet uit van een door de leraar aan te wijzen aanlegobject.