Bij de levering en verkoop van hout, de uitvoering van de bosexploitatie en het houttransport moeten koper en verkoper (hiermee worden ook aannemer, opdrachtgever en vervoerder bedoeld) het eens zijn over de toe te passen meetmethode. De koper kan besluiten de gehele partij ‘in de roes’ (één prijs voor de gehele partij, zonder eenheidsbepaling) te kopen, hij weet dan niet precies hoeveel m3 er in zit. Het is gebruikelijker dat men een duidelijke meetmethode hanteert om de totale hoeveelheid te kunnen verrekenen.
Het hout kan op verschillende locaties worden gemeten: in het bos, aan de bosweg, op een vrachtauto en bij de ondhoutverwerkende industrie. Het meten kan op verschillende wijzen plaatsvinden: op stam, geveld langhout en gekort op de stapel. De gebruikelijke eenheden voor het bepalen van de inhoud zijn: m3, stères en tonnen. Welke meetmethode het meest geschikt is voor koper en verkoper hangt bijvoorbeeld af van de verhouding tussen houtopbrengst en meetkosten, de aard van het te leveren hout, de wijze van exploitatie en de terreinomstandigheden. De transactie dient te geschieden op basis van de werkelijke hoeveelheid hout, gemeten volgens een van tevoren overeengekomen vaste methode, tenzij door beide partijen de verkoop is overeengekomen op basis van een volumeraming (schatting) of in de roes. De hoeveelheid hout die is bepaald volgens de overeengekomen methode, is bindend voor de transactie. Ook als een tweede meting, bijvoorbeeld op basis van uitlossing, een andere uitkomst geeft. Het is essentieel dat koper (en verkoper) de mogelijkheid hebben om op dezelfde locatie met dezelfde meetmethode een controlemeting uit te voeren en dus de beschikking hebben over de meetgegevens (zie bijlage 1 AV ).
Meten van hout is niet gemakkelijk omdat de vorm van de stammen nooit hetzelfde is. Meten gebeurt dan ook met een zekere mate van subjectiviteit. Het verdient daarom aanbeveling conform de richtlijnen van het Bosschap te meten.