net-als-woord: lopen, rijden

Invuloefening

R.M. van Ockenburg
Accrete

Vul alle gaten in, klik daarna op "Controleer antwoord" om je antwoorden te controleren.
1. Ik heb vannacht heel raar . (dromen)
2. Van wie heb jij dat verhaal ? (horen)
3. Ik ben zo snel mogelijk . (komen)
4. Ik heb hem de juiste weg . (wijzen)
5. Opa en oma hebben de hele middag op het bankje . (zitten)
6. De minister heeft die vraag bevestigend . (beantwoorden)
7. De miljonair heeft op die veiling € 100.000 voor dat schilderij . (bieden)
8. We hebben deze dag altijd in ere . (houden)
9. Het vliegtuig is weer veilig . (landen)
10. Hij heeft het goede woord onmiddellijk . (raden)
11. De schipbreukelingen zijn na 2 dagen . (redden)
12. De chauffeur heeft veel te hard . (rijden)
13. De politicus heeft honderden handen . (schudden)
14. Hij heeft de schat (vinden)
15. We zijn weer een stuk wijzer . (worden)
16. Wij hebben nog nooit zo weinig regen in deze maand . (hebben)
17. Ik heb die gynoefening nog nooit . (kunnen)
18. We hebben hem nooit . (mogen)
19. Ik ben nog nooit in Mexico . (zijn)
20. Het voltooid deelwoord van zullen - dat maar weinig wordt gebruikt - is . (zullen)