Een macht lijkt voor velen een heel vreemd getal. Er staat ook zomaar een getal schuin boven een ander getal. Wat wil dat dan zeggen?
Een macht ziet er altijd zo uit: 22 of 65.
In zo'n getal kunnen we eigenlijk 2 onderdelen onderscheiden:
In 65 is 6 het grondtal en 5 de exponent. De uitspraak is altijd in de vorm "grondtal" tot de macht "exponent". Hier in dit voorbeeld spreken we dus van 6 tot de macht 5.
Wanneer je met de macht wilt gaan rekenen zeggen we vaak dat de macht alleen maar aangeeft "zoveel keer het grondtal maal zichzelf".
In het voorbeeld 65 krijg je dus vijf maal het grondtal maal zichzelf.
65=6x6x6x6x6=7776
Andere voorbeelden:
25=2x2x2x2x2=32
33=3x3x3=27
122=12x12=144
Laatstgenoemde, met macht 2, hebben wij een speciale naam gegeven. Wanneer er een macht 2 boven een getal staat dan noemen wij dit altijd het getal "in het kwadraat".