Visie

Persoonlijke visie

Om mijn visie vorm te kunnen geven is het nodig om te kijken naar mijn werkplek en ervaring. Ik werk op de PABO op de hogeschool Inholland te Dordrecht. Daar ben ik studentencoach en vakdocent natuur en techniek. Daarnaast geef ik vaak pedagogische en didactische lessen. Ik heb hiervoor ook in het voortgezet onderwijs gewerkt en op elk niveau ervaring opgedaan.

In mijn opvatting is onderwijs geen statisch product maar een continu proces dat telkens opnieuw vorm krijgt. Het is immers mensenwerk, wat voor de ene docent werkt, sluit niet vanzelfsprekend aan bij een andere. Het uiteindelijke doel van onderwijs zie ik in de ontwikkeling naar volwassenheid. Studenten leren zelfstandig te denken en handelen, fouten te maken en te corrigeren, verantwoordelijkheid te dragen voor hun keuzes en niet afhankelijk te hoeven zijn van anderen. In mijn rol als docent natuur & techniek wil ik hen niet enkel voorzien van vak­ en didactische kennis, maar vooral ook ondersteunen in het worden van leraren die zelfbewust en reflectief zijn en vooral niet opgeven. Ik geef mijn onderwijs vorm met als basisprincipe de relatie tussen de studenten en ik. Het gaat om het handelen in relatie tot de student, in concrete situaties en met oog voor wat goed is voor hem of haar. Het vraagt van mij dat ik niet alleen vak inhoud en didactische kennis beheers, maar ook dat ik me voortdurend afvraag wat de studenten nodig hebben om hun doelen te bereiken. In de praktijk differentieer ik veel. Ik herken dat studenten uiteenlopende voorkennis en leervoorkeuren hebben, sommigen hebben al een sterke biologie­ of natuurkundeachtergrond, anderen starten met minder. Ik bied daarom variatie in instructie, verwerking en ondersteuning, en stimuleer dat zij zelf keuzes maken in hun leerproces. Ik zie dat als een deel van de voorbereiding op het beroep dat zij straks zelf uitoefenen waar zij met kinderen werken die ook allemaal anders zijn en verschillende niveaus hebben. Mijn sturing is dus niet alleen gericht op kennisoverdracht, maar op ontwikkeling van onderzoekend vermogen, reflectie en het leren lesgeven als professional.

Onderwijsvisie Nederland

Onderwijs wordt steeds opnieuw gemaakt. Het is immers mensenwerk. Wat voor de ene leraar werkt, werkt niet voor een andere leraar. Wat op het ene moment passend is, is dat niet op een ander moment. Het uiteindelijke doel van onderwijs, in welk doeldomein er ook geopereerd wordt, is volwassenheid bij leerlingen (FIZZ Marketing & Communicatie, z.d.). Volwassen worden is een breed begrip, maar in termen van onderwijs heb ik er wel een duidelijk beeld van. Ik ben docent natuur en techniek op de Pabo. Daarbij werk ik vooral met studenten vanaf 16 tot meestal 25 jaar. Er zijn ook deeltijd klassen waarin de leeftijd hoger oploopt, soms tot wel 50 jaar. Gezien ik vooral met de jongere groep werk zal ik me daar nu op richten. Volwassen worden betekend naar mijn idee op je eigen benen kunnen staan, onafhankelijk van anderen te zijn. Je eigen verstandige keuzes kunnen maken en zelf geld kunnen verdienen, nogmaals zodat je niet op anderen hoeft te leunen. Volwassen worden betekend ook dat je fouten kan maken, maar deze inziet en probeert te herstellen zonder ervan weg te lopen. Als ik dit in de context plaats van mijn studenten zie ik het als volgt. Zij komen vaak net van de havo af. De een weet al sinds jongs af aan dat leraar worden het is voor hem of haar. De ander twijfelt nog. Volwassen worden in deze zin is ervaren hoe het beroep is, serieus deelnemen aan lessen en stage en dan kijken of dit beroep echt bij je past. Als dit zo is, dan is het van belang om doorzettingsvermogen te hebben en dus niet op te geven in moeilijkere tijden. Volwassen worden hierin is ook verstandige keuzes maken hoe ze hun tijd indelen en daarin prioriteiten stellen. Tot slot is volwassen worden in de zin van de student ook feedback meenemen en bij tegenslagen niet te stoppen, maar het te zien als groei. Als je als student, maar ook zeker als mens in algemene zin, deze eigenschappen ontwikkeld, dan ben je naar mijn mening volwassen en op weg naar een goed leven.

Vakinhoudelijke (biologie) uitgangspunten Nederland

Scholen dienen een bijdrage te leveren aan kennisverwerving, persoonsvorming en maatschappelijke toerusting. De overheid laat ruimte aan scholen en leraren om de onderwijsvisie op schoolniveau gestalte te geven (Visie, z.d.). Goed onderwijs vraagt om een doorlopend debat over wat waard is om te leren. De uitkomsten daarvan worden vastgelegd in het landelijk curriculum (Actualisatie Kerndoelen en Examenprogramma’s, z.d.).

Er zijn in totaal 5 systeemconcepten die voorkomen in het examenprogramma van vwo. Dit zijn zelfregulatie, zelforganisatie, interactie, reproductie en evolutie. In het examenprogramma zijn er ook drie beheersingsniveaus. Dit zijn benoemen, verklaren en beargumenteren (“BIOLOGIE VWO | SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2026”, 2026). Om deze vijf systeemconcepten terug te laten komen moeten alle onderwerpen in de lessen worden behandeld. Bij zelfregulatie wil ik de leerlingen laten onderzoeken hoe een proces van instandhouding werkt, zoals de homeostase. Bij zelforganisatie bespreek ik hoe complexe structuren ontstaan, zoals de ontwikkeling van een embryo. Bij interactie wil ik gebruik maken van voedselwebben en ecosystemen en de interactie daartussen. Bij reproductie combineer ik voortplanting en erfelijk met elkaar. Bij evolutie laat ik leerlingen verklaren hoe bepaalde genetische eigenschappen overerven en wat voor invloed natuurlijke selectie daarop heeft. De zojuist benoemde onderwerpen laat ik terug komen in mijn lessen door er instructie over te geven en vervolgens actieve werkvormen toe te passen, zoals het maken van mindmaps en het uitbeelden van bijvoorbeeld de homeostase. De systeemconcepten koppel ik in mijn lessen aan de vaardigheden die leerlingen moeten beheersen. Ze moeten daarbij kunnen benoemen, verklaren en beargumenteren. Naast de inhoudelijke kennis moeten leerlingen van vwo 6 ook beschikken over bepaalde vaardigheden. Dit zijn allereerst algemene vaardigheden. Hierbij valt onder andere de informatievaardigheden, communicatie, reflecteren op leren en studie en beroep. Daarnaast zijn er ook natuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden waarbij leerlingen onder andere kunnen onderzoeken en ontwerpen. Tot slot beschikken de leerlingen over biologie specifieke vaardigheden, zoals beleven, vorm-functie-denken, ecologisch denken, evolutionair denken, systeemdenken en context denken (“BIOLOGIE VWO | SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2026”, 2026). Deze vaardigheden wil ik in mijn lessen laten terugkomen door de leerlingen zelf onderzoek te laten doen naar bepaalde onderwerpen. Dit doe ik al vaker op mijn werk op de PABO doordat de studenten ieder jaar een verslag moeten maken waarin onderzoek wordt gedaan over een onderwerp die zij lastig vinden. Dit onderwerp is dan gekoppeld aan de SLO doelen. Zij stellen een onderzoeksvraag op, doen er onderzoek naar en zetten de resultaten van hun onderzoek in hun verslag en een bewijsmateriaal, zoals een mindmap.

Visie van onderwijs in Finland

In Finland is het curriculum de weerslag van een gemeenschappelijke ambitie. Het geeft een expressie van hun wil en leidt tot ontwikkeling van het leren en onderwijzen. Er staan een aantal uitspraken centraal. Allereerst is dat het funderend onderwijs een fundamenteel recht is en het een opvoedkundige als educatieve missie betreft. Enerzijds heeft het de taak om leerlingen de mogelijkheid te bieden zich breed te vormen en anderzijds bij te dragen aan een gelijkwaardige maatschappij en een goed opgeleide bevolking. Het onderwijs moet leerlingen de mogelijkheid bieden tot persoonlijke groei, leren en ontwikkeling van eigenwaarde en zelfvertrouwen. De waarden van het Finse onderwijs zijn gericht op mensenrechten, gelijke kansen, democratie, diversiteit. Er zijn minimumuren vastgesteld per vak of leergebied. Het nationale kerncurriculum biedt flexibiliteit om leerlingen in verschillend tempo te laten werken. Ze zitten niet vast aan een leerstofjaarklassensysteem, maar kunnen modulair verder werken naar aanleiding van niveaus. Hoe scholen het onderwijs verder willen inrichten is aan de scholen zelf. Voor het vak biologie het thema verantwoordelijkheid voor de omgeving, welzijn en een duurzame toekomst gekoppeld (Finland, z.d.). Binnen het funderend Finse onderwijs bestaat geen nationale toetsing. Evaluatie van leeropbrengsten vindt alleen plaats door de toetsen die leraren verzorgen. Zij planen zelf de toetsen op basis van beschrijvingen van presentaties uit het nationale curriculum en de nationale eindcriteria voor het einde van jaar 9. Dit geeft leraren houvast en maakt het beter mogelijk de evaluaties van leeropbrengsten met elkaar te vergelijken. In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs vinden de enige nationale examens plaats. Deze toets is niet verplicht, maar de meeste studenten doen er aan mee als hulpmiddel voor de inschrijving bij universiteiten. De overige toetsing in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs wordt door leraren op dezelfde manier vormgegeven als het funderend onderwijs (Finland, z.d.).

Biologie onderwijs in Finland

Het doel van biologieonderwijs in Finland is om interesse te wekken voor de snel ontwikkelende bio en milieuwetenschappen. Daarnaast is het van belang begrip van levens gerelateerde verschijnselen te krijgen en te verdiepen in de stof. Dit gaat van moleculair en cellulaire niveau tot de biosfeer. De studie biologie helpt de leerling structuur, werking en onderlinge relaties van de levende natuur te begrijpen. Ook leren ze de betekenis van evolutie in de ontwikkeling van levende organismen. Biologie helpt de leerlingen de mogelijkheden van biowetenschappen beter te begrijpen om het welzijn van de mens en andere organismen te bevorderen. Ook ondersteunt het de ontwikkeling van wetenschappelijk denken. In het hoger secundair onderwijs zijn er 4 studiepunten voor biologie te behalen met een extra optionele 6 studiepunten (Subjects At General Upper Secondary, z.d.). Ik vind het goed dat het Finse biologieonderwijs ervoor zorgt dat het wetenschappelijk denken wordt ontwikkeld bij leerlingen. Zo zijn ze alvast goed voorbereid op hun vervolgstudie, waarin ze veel meer wetenschappelijk onderzoek gaan doen (HBO of WO). Daarnaast is het goed om te lezen dat leerlingen een beter begrip van welzijn van mensen en andere organismen te verkrijgen.

Vergelijking Finland en Nederland samenvatting

Het valt op dat Finland een vrijer onderwijssysteem heeft en vrijere onderwijsvisie dan Nederland. Zoals onderzocht heeft Finland een funderend systeem. Dit houdt in dat alle leerlingen een gemeenschappelijke, brede basis gegeven wordt voordat er sprake is van een specialisatie zoals beroepsonderwijs of hoger onderwijs. Dit is vergelijkbaar met het Nederlandse onderwijssysteem, waarin kinderen ook eerst een algemene studie, het voortgezet onderwijs, hebben waarna ze pas gaan specialiseren in een beroep. Finland hecht waarde aan een hoog opgeleide bevolking, evenals in Nederland. In Finland is er een gemeenschappelijke ambitie die zijn weergegeven in het nationale curriculum. Daarin staan doelen en richtlijnen, maar scholen hebben veel autonomie in de uitvoering. Dit is dus veel vrijer dan in Nederland, waaraan scholen vastzitten aan bepaalde SLO doelen die gericht zijn op niveau en leerjaar. Het curriculum is in Nederland vastgelegd via eindtermen en worden getoetst in examens. (Onderwijsdoelen Biologie, z.d.).  In Finland is er geen verplichte nationale toetsing. Evaluatie wordt door leraren gedaan op basis van landelijke eindcriteria. Enkel in de bovenbouw zijn er optionele nationale examens. Op het gebied van biologie onderwijs zijn er ook verschillen tussen Finland en Nederland. Zo is biologie onderwijs in Finland geïntegreerd in de natuurwetenschappen en legt nadruk op maatschappelijke thema’s. Denk hierbij aan duurzaamheid, milieu, welzijn van organismen. Leerlingen werken modulair, ze kunnen dus op hun eigen tempo door het curriculum heen werken. In Nederland is er een duidelijk gestructureerd examenprogramma met kerndoelen, systeemconcepten en beheersingsniveaus. De focus ligt sterker op feitenkennis, inzicht in biologische systemen en voorbereiding op examens. Het tempo is meestal uniform binnen een klas.

Afstemming biologie met andere vakken binnen Nederland

Biologie heeft veel raakvlakken met aardrijkskunde. De samenwerkingsmogelijkheden zijn legio. In het programma Aardrijkskunde van SLO wordt het raakvlak met biologie vooral verwoord in de kern Duurzaamheid. Daarin zie je dat vraagstukken van landdegradatie en milieuverontreiniging samenhangend is met het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en natuurrampen, wat bij de biologie hoort. Ook bij vraagstukken over overstromingen en wateroverlast hangt dit samen met duurzame ontwikkelingen (biologie) (Afstemming met Overige Vakken, z.d.).

Voor het volgen van het vak biologie is kennis van scheikunde en natuurkunde vereist die niet expliciet tot het biologieprogramma behoort. Ook met het vak natuurkunde zijn er een aantal raakvlakken. In de syllabi worden bijvoorbeeld een aantal natuurkundige begrippen benoemd als voorkennis voor biologie. Dat zijn onder andere de begrippen massa, dichtheid, gewicht, fasevormingen, vorming van energie, snelheden en frequenties. In de bovenbouw van de havo is deze kennis nodig voor de volgende onderdelen. We zien het terug in het domein van het menselijk lichaam, vooral op de gebieden van bewegen, spieren en werking van de hartspier. Ook zien we het terug in het domein van beeld en geluidstechnieken, zoals bij het maken een echo van een embryo. Evenals bij de werking van het oor met geluidsgolven en het oog met de werking van de lens. Tot slot zien we natuurkunde ook terug in het onderwerp klimaat en duurzame energie (Afstemming met Natuurkunde, z.d.).

Op mijn werkplek werk ik nauw samen met het vak aardrijkskunde en hebben we vakoverstijgende lessen en verslagen. Het valt samen onder de paraplu van wereldoriëntatie. Ik zie zelf veel overlap in onderwerpen als duurzaamheid, waarin we kijken naar zowel de levende natuur als naar invloeden van klimaatverandering op bijvoorbeeld de aardkorst en zeestromingen. Ook heeft dit daarmee een stuk overlap met de natuurkunde, namelijk het weer. Ik geef ook het vak techniek (natuurkunde) waarin ik ook hierin lessen geef. Daarnaast zie ik natuurkunde veel terugkomen in de biologie als het bijvoorbeeld gaat om de invloeden van licht op planten en atoomsamenstellingen.

Vernieuwend onderwijs

Het vervolgonderwijs, samenleving en de arbeidsmarkt veranderd continu en daarom moet het onderwijs aansluiten op deze veranderingen. De meeste onderwijsdoelen zijn sinds 2006 hetzelfde gebleven. Daarom is aanpassing nodig. De eindtermen voor het bovenbouw van het voortgezet onderwijs worden aangepast (Ministerie van Algemene Zaken, 2025). Ik vind het van belang dat er meer vernieuwingen komen, zeker omdat er steeds meer nieuw onderzoek is gedaan in de biologie en dit ook in het curriculum verwerkt zou moeten worden. Ik zie in mijn eigen werk dat er tijdens de natuur en technieklessen vragen komen over bijvoorbeeld nieuwe onderzoeken, terwijl dit dan nog niet verwerkt in de leerdoelen die ze moeten beheersen. Daarom is het belangrijk dat betrouwbare nieuwe informatie verwerkt en meegenomen wordt in het curriculum. Ook nieuwe didactische en pedagogische principes zij belangrijk om te vernieuwen. Ik geef ook les binnen die vakgebieden en merk ook dat sommige theorieën al wat verouderd zijn. Wij als docenten proberen wel constant te vernieuwen en actievere werkvormen te verzinnen. Ook de studenten die studeren om leraar te worden willen wij dit meegeven.

Bronnen

   Afstemming met natuurkunde. (z.d.). SLO. https://www.slo.nl/handreikingen/havo-vwo/handreiking-se-bio-hv/afstemming-vakken/afstemming-natuurkunde/

   Afstemming met overige vakken. (z.d.). SLO. https://www.slo.nl/handreikingen/havo-vwo/handreiking-se-bio-hv/afstemming-vakken/afstemming-overige-vakken/

   Actualisatie kerndoelen en examenprogramma’s. (z.d.). SLO. https://www.slo.nl/thema/meer/actualisatie-kerndoelen-examenprogramma/

   BIOLOGIE VWO | SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2026. (2026). In M. Dam, H. Schalk, A. Galema, H. Moens, L. Visser-Van Emmerik, I. Van Der Neut, J. De Jong, M. Van Vlimmeren, & College voor Toetsen en Examens, Biologie VWO (Versie 2, pp. 2–52). College voor Toetsen en Examens. https://www.examenblad.nl/system/files/exam-document/2025-02/syllabus-biologie-vwo-2026_versie-2.pdf

   Finland. (z.d.). SLO. https://www.slo.nl/thema/meer/samenhang-curriculum/curriculumsamenhang-buiten-nederland/landen/finland/

   FIZZ Marketing & Communicatie. (z.d.). De vraag is opnieuw: Waartoe? Naar een nieuw discours over betekenisvolle onderwijswetenschap. https://nivoz.nl/nl/nro/de-vraag-is-opnieuw-waartoe-naar-een-nieuw-discours-over-betekenisvolle-onderwijswetenschap

   Ministerie van Algemene Zaken. (2025, 23 september). Vernieuwen curriculum primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Toekomst van het Onderwijs | Rijksoverheid.nl. https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/toekomst-onderwijs/toekomstgericht-curriculum

   Onderwijsdoelen biologie. (z.d.). SLO. https://www.slo.nl/sectoren/havo-vwo/biologie-havo-vwo/bovenbouw/onderwijsdoelen/

   Subjects at General Upper Secondary. (z.d.). Finnish National Agency for Education. https://www.oph.fi/en/education-and-qualifications/subjects-general-upper-secondary

   Visie. (z.d.). SLO. https://www.slo.nl/thema/meer/curriculumontwikkeling/instrumenten/spinnenweb/visie/