- Ik kan uitleggen dat stoffen zijn opgebouwd uit moleculen, en dat moleculen weer bestaan uit atomen.
- Ik kan een inschatting maken dat zelfs het kleinste beetje van een stof al bestaat uit miljoenen moleculen.
- Ik kan de vijf eigenschappen van de molecuultheorie benoemen en herkennen in een proefje.
- Ik kan benoemen in welke drie fasen een stof kan voorkomen.
- Ik kan benoemen welke zes faseovergangen er zijn
- Ik kan de driehoek van de faseovergang tekenen met daarin de drie fasen en zes faseovergangen.
- Ik kan uitleggen wat er gebeurt met de moleculen tijdens de faseovergangen.
- Ik kan het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel uitleggen, tekenen en herkennen uit een afbeelding.
- Ik kan de mengsels oplossing en suspensie herkennen en er een voorbeeld van noemen.
- Ik kan een massapercentage van een mengsel uitrekenen.
- Ik kan van de scheidingsmethoden filteren, extraheren, indampen, destilleren, bezinken en afschenken uitleggen op op welk verschil in stofeigenschap ze berusten.
- Ik kan de scheidingsmethoden filteren, extraheren, indampen, destilleren, bezinken en afschenken herkennen in een tekst of afbeelding.
- Ik kan een inleiding schrijven.
- Ik kan onderzoeksresultaten op een logische en overzichtelijke manier verwerken.
- Ik kan op basis van een onderzoeksvraag en onderzoeksresultaten een conclusie schrijven.
|