Leerdoelen4. Ik kan benoemen in welke drie fasen een stof kan voorkomen. 5. Ik kan benoemen welke zes faseovergangen er zijn 6. Ik kan de driehoek van de faseovergang tekenen met daarin de drie fasen en zes faseovergangen. 7. Ik kan uitleggen wat er gebeurt met de moleculen tijdens de faseovergangen. |
De opdracht
|