Methode: n.v.t. Past bij lessen over spelen met taal, figuurlijk taalgebruik, humor/(taal)grappen.
Groep: 7 en 8
Thema: kan gebruikt worden bij elk thema.
Lesduur: 50 minuten
Benodigdheden:
Greenscreenbox ® + Toolblox
iPads (of ander apparaat) met internet en camera
https://Greenscreenbox.app/ en inlogcode
Achtergrondafbeeldingen (of kies een afbeelding in de app)
Pen, potlood, papier, schaar
Werkblad filmscript
Moeilijkheidsgraad (voor de leerkracht): Gemiddeld
Lesdoelen taal
Spreken en luisteren: De leerlingen leren luisteren naar anderen, leveren
hun inbreng in gesprekken, en verwoorden hun gedachten.
Mondelinge taalvaardigheid: De leerlingen schrijven en presenteren een
korte scène of dialoog. De leerlingen beargumenteren welke zin het grappigst
is en waarom.
Taalbeschouwing: de leerlingen spelen met taal (woordspelingen, ironie,
dubbelzinnigheid).
Woordenschat: De leerlingen herkennen betekenisnuances en stijl in
taalgebruik passen het zelf toe.
Digitale geletterdheid
Aanbodsdoelen SLO digitale geletterdheid
Praktische ICT basisvaardigheden:
De leerling gebruikt gevorderde functionaliteit in een app voor video (fase 3).
De leerling zet apps in voor video bij het leerproces (fase 3).
De leerling verzamelt en creëert de benodigde ‘content’ voor een digitale
presentatie (fase 3).
Lesdoelen digitale vaardigheden
De leerling kan in een complexere app een video opnemen.
De leerling kan wanneer nodig instellingen in een app aanpassen om tot een zo goed mogelijk resultaat te komen.
Benodigde voorkennis
De leerling beheerst de basisvaardigheden van het werken met de Greenscreenbox® en bijbehorende app voor het maken van foto's of video's.
Leerlingen kennen de basisfunctionaliteiten van het gebruik van de iPad (of
ander apparaat).
Leerlingen weten hoe ze in de Greenscreenbox ® app een film kunnen opnemen.
Lesomschrijving
Introductie/inleiding (10 min):
Introductie: (10 minuten)
Jullie gaan aan de slag met het spel ‘Zegt de een tegen de ander’. Aan de hand van
twee voorbeelden laat je de leerlingen kennis maken met het spel en leg je uit wat de
bedoeling is van het spel: het bedenken van een taalkundige grap op basis van
een situatie.
Kies een van onderstaande voorbeelden uit en laat de kinderen stemmen welke van
de 3 opties ze de beste vinden. Laat hen beargumenteren waarom ze dat vinden.
Lees daarna het andere voorbeeld voor. Laat de kinderen nu zelf suggesties
bedenken. Schrijf de 3 meest originele zinnen op het bord. Laat de kinderen ook hier
weer stemmen welke ze het beste vinden. Laat hen hun keuze beargumenteren.
Stroomstoring
Twee ijsblokjes liggen in een vriezer. Door de grote stroomstoring in de stad is de
vriezer uitgevallen. Het wordt steeds warmer in de vriezer. Zegt de een tegen de
ander:
1. … nou, daar gaat mijn carrière als cool guy
2. … nog even en we worden water met een burn-out
3. … ik zie mijn grenzen letterlijk verdwijnen
Puntenslijper
Twee potloden liggen op een rommelig bureau. Ze zien dat hun puntenslijper door de
leraar is meegenomen naar de lerarenkamer. Zegt de een tegen de ander:
1. … we gaan een bot einde tegemoet
2. … dat wordt doelloos krassen vandaag
3. … ik mis de scherpe kant van het leven
Instructie:
Uitleg en brainstorm
Leg uit dat taal niet alleen functioneel is, maar dat je ook kunt spelen met taal, zoals
de leerlingen net gedaan hebben met de twee voorbeelden.
Laat de leerlingen in groepjes van 3 a 4 leerlingen nadenken over een actueel thema
of situatie (school, de eigen buurt, klimaat, nieuws, games, vriendschap).
Ze beschrijven de situatie en bedenken 2 karakters in die situatie die de zin ‘zegt de
een tegen de ander’ moeten afmaken.
Verwerking (30 min):
1. Opdracht 1 (10 min):
Laat elk groepje van 3 a 4 leerlingen een dialoog uitwerken.
Er moet 1 verteller zijn die de situatie schetst en vervolgens moet er 1 leerling zijn die de zin ‘zegt de een tegen de ander’ afmaakt.
De leerlingen schrijven een kort filmscript (max 30 seconden) waarmee ze hun dialoog visueel kunnen maken. In het filmscript nemen ze op:
* waar speelt de film zich af (achtergrond)
* wie zijn de personages
* wat doen de personages
* wat zeggen de personages
2. Opdracht 2 (10 min):
De leerlingen verdelen in hun groepje de volgende taken:
* Zoek een passende achtergrondafbeelding op basis van het filmscript en sla de afbeelding op je apparaat op. Of kies een afbeelding uit de bibliotheek van de Greenscreenbox ® app.
* Verzamel (of teken) de personages die jullie nodig hebben voor jullie film.
3. Opdracht 3 (10 minuten):
Zet de Greenscreenbox® app op filmmodus.
Zorg dat de instellingen voor het filteren van het groen goed staan.
Maak indien nodig gebruik van de geavanceerde instellingen via het tandwiel rechts onderaan).
Neem de dialoog op.
Bekijk de opname en evalueer of de dialoog goed uit de verf is gekomen. Is de spraak duidelijk te verstaan? Klopt het beeld bij de spraak (is het logisch?)
Afsluiting/evaluatie:
Presentatie en feedback: bekijk de video’s klassikaal en evalueer hoe de
dialogen uit de verf zijn gekomen. Zitten er dialogen bij die echt grappig zijn
geworden? Waarom zijn ze grappig? Is er duidelijk gearticuleerd tijdens het
opnemen van de dialogen? Welke tips en tops hebben de leerlingen voor
elkaar?
Tip: deel de gemaakte opnames met ouders, zodat de kinderen thuis dit spel kunnen
uitleggen en ouders en kinderen uitgenodigd worden om dit spel ook bijvoorbeeld
eens tijdens een lange autorit te spelen (maar dan alleen met woorden i.p.v. ook met
beeld).
Verdieping: speel met stem
Doel: bewust inzetten van intonatie en emotie om de kracht van een taalgrap te
versterken.
Laat de leerlingen in hun groepje hun dialoog opnieuw opnemen, maar nu met
nadruk op:
Intonatie: hoe kun je een woord anders laten klinken? (bv vragend, verbaasd,
sloom, overdreven, enthousiast)
Emotie: kies een gevoel voor je personage (bv verdrietig, boos, vrolijk,
sarcastisch, bang) en spreek de zin opnieuw in.
Laat de leerlingen meerdere stijlen uitproberen en vervolgens kiezen welke versie het
beste werkt en waarom.
Reflectie:
Welke versie werkte het beste en waarom?
Hoe beïnvloedde de intonatie of emotie de betekenis of de humor?
Wat gebeurt er als je exact dezelfde zin op een andere toon zegt?