Stap 2 Blauwdruk

De blauwdruk vertaalt het ontwerp uit stap 1 naar een concreet werkplan als handvat voor ontwikkelaars. In een blauwdruk leg je de volgende zaken vast:  

2.1 Kies de vorm

Bepaal of het materiaal bijvoorbeeld een pdf, een Wikiwijsarrangement, een video, een diapresentatie of een Word-document wordt.

2.2 Leg de structuur vast

Beschrijf hoe het materiaal is opgebouwd: losse lessen, een lessenserie, een bron met begeleidende tekst of een thema met hoofdstukken. Zo weet iedereen hoe de route eruitziet.

2.3 Bepaal de opbouw per onderdeel

Denk aan onderdelen als introductie, uitleg, opdrachten en evaluatie. Een duidelijke, vaste opbouw (bijvoorbeeld gebaseerd op een didactisch model) maakt het materiaal herkenbaar voor leerlingen.

2.4 Maak afspraken over evaluatie

Beslis hoe je gaat toetsen of reflecteren, zodat je zeker weet dat de leerdoelen gehaald worden.

2.5 Leg schrijfafspraken vast

Spreek met de mensen met wie je aan dit leermateriaal werkt af hoe je taal en opmaak gebruikt. Dit zorgt voor uniformiteit en voorkomt later veel correctiewerk. Beschouw de schrijfafspraken als een groeidocument. Gedurende het schrijfproces loop je tegen nieuwe zaken aan die toch handig blijken om af te stemmen en vast te leggen.

Denk daarbij bijvoorbeeld aan:

2.6 Voeg metadata toe

Metadata (zoals doelgroep, vak en niveau) maken je materiaal vindbaar in zoekmachines. Houd het kort en relevant. In het kwaliteitsmodel van Impuls Open Leermateriaal (4.1) vind je een basisset met metadata.

2.7 Maak een planning

Zet de taken, mijlpalen en deadlines op papier. Zo houd je zicht op de voortgang en beschikbare tijd.

Resultaat van stap 2

Een blauwdrukdocument met structuur, schrijfafspraken, metadata en planning

 

Tips

 

Wil je meer lezen?

Didactisch concept en blauwdruk van Natuurlijk Nieuwsgierig