Niet de methode of de materialen, maar de leraar maakt het verschil.
Een essentieel doel van goed reken-wiskundeonderwijs is het ontwikkelen van functionele gecijferdheid voor alle kinderen, maar rekenen is meer dan dat. Het gaat ook om het kunnen toepassen van deze kennis in allerlei dagelijkse situaties. Het is van belang om te begrijpen welke som bij een situatie past, wat de getallen in die som betekenen, en wat het antwoord betekent.
(bron: https://www.onderwijsvanmorgen.nl/het-rekenonderwijs-van-de-toekomst/)
Veel leerlingen in Nederland hebben moeite met rekenen. Dat heeft gevolgen voor hun schoolloopbaan en kansen later in het leven. In 2009 werd afgesproken dat 85% van de leerlingen het basisniveau (1F) moest halen en 65% het hogere niveau (1S). Het basisniveau wordt gehaald door 93%, maar slechts 48% haalt het streefniveau.
Internationaal scoort Nederland nog redelijk, maar de resultaten dalen. Uit het TIMMS-onderzoek blijkt dat Nederlandse 10-jarigen in 2019 lager scoorden dan in 1995. Ook bij PISA, een toets voor 15-jarigen, zijn de scores gedaald sinds 2003. Beide dalingen staan gelijk aan ongeveer een half schooljaar aan gemiste kennis.
Het is belangrijk om deze daling te stoppen. Goede rekenvaardigheid voorspelt succes in wiskunde en is verbonden met maatschappelijke kansen zoals werk, inkomen en opleiding. Slechte rekenprestaties hangen juist samen met problemen zoals schooluitval en werkloosheid.
Dat vraagt om goede rekenlessen. Alleen over het antwoord op de vraag wat goede rekenlessen zijn wordt volop gediscussieerd