Ruilen over de tijd

 

Leerdoelen in ik-vorm met succescriteria

 

  1. Ik kan uitleggen dat ruil niet alleen op één moment gebeurt, maar ook over de tijd.

 

Ik kan uitleggen wat rente betekent.

Ik kan uitleggen hoe rente sparen aantrekkelijker of juist lenen duurder maakt.

Ik kan een voorbeeld geven van hoe rente invloed heeft op keuzes van gezinnen, bedrijven of de overheid.

Ik kan uitleggen dat rente de prijs is die ruil over de tijd coördineert.

Ik kan een voorbeeld geven van hoe gezinnen ruilen over de tijd (bijvoorbeeld sparen voor vakantie of studie).

Ik kan een voorbeeld geven van hoe bedrijven ruilen over de tijd (bijvoorbeeld investeren in machines).

Ik kan een voorbeeld geven van hoe de overheid ruilt over de tijd (bijvoorbeeld lenen voor wegen of scholen).

Ik kan beschrijven dat ruil over de tijd voorkomt bij gezinnen, bedrijven en de overheid.

Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen ruil nu en ruil later.

Ik kan voorbeelden geven van ruil over de tijd (bijvoorbeeld sparen of lenen).