Het lichaam werkt op twee energiedragers, vetten en koolhydraten.
Een gemiddeld persoon kan gedurende langere tijd een vermogen van 3 watt/kg leveren. Bij dit vermogen traint hij onder zijn omslagpunt. Dan traint hij vooral op vetverbranding.
Voorbeeld: Iemand van 80 kg traint 40 minuten met een vermogen van 3 watt/kg. Bereken hoeveel kcal hij daarbij verbruikt. Neem voor het rendement 25% en gebruik 1 kcal = 4.180 joule
Een reep Snickers levert per 100 gram 2.018 kJ (481 kcal). Dat is bijna evenveel is de energie voor 40 minuten intensief sporten. Daaruit blijkt al dat het niet zo makkelijk is om af te vallen door te sporten.
Je verbruikt veel energie als je veel uren per week traint op een matig intensief niveau. Maar na die training heb je vaak honger, en dan vraagt het zelfbeheersing om niet teveel te eten.
In dit filmpje Gewicht verliezen door oefeningen wordt uitgelegd waarom het moeilijk is om af te vallen doormiddel van (gematigd) sporten.