Met deze opdracht is het mogelijk om extra punten te verdienen voor op de toets. Je kunt maximaal 0,5 punt op de toets erbij verdienen met deze opdracht. Dat kan toch het verschil zijn tussen een 5,0 en een 5,5.
Doel
Je laat zien dat je de leerstof van hoofdstuk 1 (Rekenen en Groei) begrijpt door zelf een volwaardige wiskunde-opdracht te ontwerpen, uit te schrijven en op te lossen. Je maakt dus een opdracht zoals die in het boek zou kunnen staan.
Stap 1 – Kies een context
Bedenk een situatie waarin exponentiële groei voorkomt. Voorbeelden:
Groei van volgers op een social mediakanaal
Groei van een bacteriepopulatie
Groei van spaargeld op een bankrekening met rente
Toename van bezoekers op een festival per uur
Afname van de waarde van een telefoon (exponentiële afname kan ook)
Je mag ook een ander, origineel voorbeeld bedenken, zolang het realistisch en duidelijk is.
Stap 2 – Schrijf je opdracht uit
Werk je idee uit tot een volledige opgave die in het boek zou passen.
Begin met een korte contextbeschrijving (2–4 zinnen).
Beschrijf in de opdracht de informatie die nodig is voor het opstellen van de formule.
Stel 3–5 deelvragen op die logisch bij elkaar horen.
Zorg dat er een vraag bijzit waarbij een grafiekenbundel wordt gemaakt óf geef zelf de grafiekenbundel zodat je hier vragen bij stelt.
Voorbeeld van grafiekenbundel.
Stap 3 – Maak de opdracht zelf
Los de opdracht die je hebt gemaakt ook zelf op. Laat alle berekeningen zien.
Reken met groeifactoren en relatieve veranderingen.
Stel minstens één (exponentiële) formule op van de vorm N(t)=b⋅gt.
Maak/teken een grafiekenbundel met minstens drie verschillende groeifactoren en zorg dat je in de gemaakte opdrachten de verschillen begrijpt.
Stap 4 – Schrijf een kort verslag
Je levert samen met de opdracht en je uitwerkingen ook een kort verslag in (minimaal 2 A4).
Het verslag bevat:
Je eigen opdracht (zoals je die aan een klasgenoot zou kunnen geven).
Je uitwerkingen (met berekeningen, grafieken en toelichting).
Een reflectie waarin je uitlegt wat je hebt ontdekt en geleerd.
Praktische informatie
Je mag alles handgeschreven inleveren, of getypt in Word.
Lengte: minimaal 2 A4, maximaal 4 A4.
Zorg dat je werk overzichtelijk en netjes is (gebruik titels, tussenstappen en duidelijke grafieken).