Een AIS werkt in de VHF band.
Dezelfde band als marifoon dus, en wel op het B kanaal van kanaal 87 (zenden) en 88 B (ontvangen).
Dit kanaal kun je niet selecteren op de marifoon aan boord.
Zou je dat kanaal wél kunnen openen, dan zou je alleen maar digitaal gepiep horen: korte bursts van datatransmissie tussen schepen.
Voor de nerds: zenden op (afgerond) 162 mHz en ontvangen op (afgerond) 163 mHz wat in het VHF bereik ligt.
Dat betekent dat het bereik ook niet bijster groot is.
Een marifoon zendt nog met (max) 25W, maar een AIS van het type klasse A (voor zeeschepen) maar met 12,5W.
De dekking kan bij goede atmosferische condities en hoog opgestelde antennes toch nog wel zo'n 30M zijn.

Type B AIS (binnenvaart en jachten) met slechts 2W.
De dekking is dus niet heel ver.
Met een mijltje of 5 houdt het wel op, maar ze hebben ook niet heel veel meer nodig.
Elk schip zendt automatisch informatie uit via VHF-radiosignalen
Informatie wordt ontvangen door andere schepen en kuststations
Werkt met GPS-gegevens en sensors aan boord
Gebruikt time slots (TDMA-protocol) om botsing van signalen te voorkomen

De apparaten zelf zijn weinig indrukwekkend.
Soms zit het zend- en ontvangstgedeelte ook nog eens in een andere kast dan die van het apparaat.

Maar dit kastje heb je nodig om dit allemaal aan te kunnen sluiten en te kunnen gebruiken voor de navigatie.
Wat moet er minimaal op aangesloten zitten om het apparaat te kunnen laten werken?
-Gyrokompas
-GPS
-Antenne, voeding
Een interne GPS is vaak ingebouwd in moderne AIS-units (vooral klasse B), maar bij klasse A moet een externe GPS-antenne aangesloten zijn.
Met die gegevens kan een ander schip de minimaal vereiste informatie ontvangen.
Al de andere aangesloten apparatuur is extra, maar kan bijzonder handig zijn.
Wat moet er minimaal verzonden worden:
| MMSI-nummer | Uniek nummer (bijv. 244123456) |
| Scheepsnaam | "Abel Tasman" |
| Roepnaam (Call sign) | PD1234 |
| IMO-nummer | |
| Type schip | Bijv. vrachtschip, vissersschip |
| Afmetingen | Afstand van AIS tot boeg/hek/bakboord/stuurboord |
| Navigatieklasse |
Klasse A of B (beroepsvaart of pleziervaart) |
Al deze gegevens worden ingevoerd bij installatie en worden statische gegevens genoemd.
Statisch omdat ze in principe niet veranderen.
Dan zijn er ook nog dynamische gegevens welke wel kunnen veranderen:
| Gegeven | Voorbeeld |
|---|---|
| Positie (GPS) | Breedte- en lengtegraad |
| SOG (Speed Over Ground) | In knopen |
| COG (Course Over Ground) | In graden |
| Hoek van bochten (Rate of Turn) | Graden per minuut |
| Navigatiestatus | Bijv. onderweg, stilliggend, beperkt manoeuvreerbaar |
| Tijdstip van meting | UTC-tijd |
Deze worden via aangesloten apparatuur automatisch ingevoerd.
Bij varend schip (afhankelijk van de snelheid) om de 2 - 10 seconden en bij stilligend schip elke 3 minuten.
Tenslotte zijn er nog de reisgebonden gegevens.
Vaak zijn dat "nice to know" dingen.
Ze worden handmatig ingevoerd.
Vaak wordt het daarna vergeten aan te passen.
| Bestemming | Bijv. “ROTTERDAM” |
| ETA | Bijv. 2025-07-03T15:00 |
| Diepgang | Bijv. 74dm = 7,4 m) |
| Gevaren lading (DG code) | Bijv. klasse 3 = brandbare vloeistof |
Samenvattend:
Elk schip zendt automatisch gegevens uit via een VHF-antenne
Andere schepen en kuststations ontvangen deze signalen automatisch
AIS gebruikt gegevens van GPS en andere sensoren aan boord
Om botsing van signalen te voorkomen, gebruikt AIS het TDMA-protocol
(Time Division Multiple Access): ieder schip krijgt een eigen ‘tijdslot’ om te zenden
De apparaten zelf zijn vaak eenvoudig en compact. Soms zijn de zender en ontvanger zelfs in een andere kast geplaatst dan het bedieningspaneel of het display.
How AIS works