|
Geleiding Bij warmtetransport door geleiding verplaatst de warmte zich door de stof heen. De warmte wordt binnen de stof aan elkaar doorgegeven. Goede warmtegeleiders zijn metalen. Een stof die de warmte niet goed geleid, noem je een isolator. Plastic en hout zijn voorbeelden van isolatoren.
|
|
Stroming Vloeistoffen en gassen kunnen warmte transporteren door stroming. De vloeistof of het gas verplaatst zich en neemt de warmte mee. Warmtestroming door zie je bijvoorbeeld bij de centrale verwarming van een woning. In de cv-ketel wordt het water verwarmd. Het water neemt de warmte mee naar de radiatoren. De radiatoren geven de warmte af aan de omgeving. Een ander voorbeeld van stroming is bijvoorbeeld bij de wind. De wind voert bijvoorbeeld vanuit het zuiden warme lucht aan.
|