Maak de volgende opgaven in je schrift.
Vraag 10. Waardoor ontstaat een volledige of een onvolledige verbranding?
Vraag 11. Schrijf iedere brandstof over in je schrift, en schrijf erachter of het vrijkomt bij volledige of onvolledige verbranding.
1. Koolstofmonoxide (CO)
2. Koolstofdioxide (CO2)
3. Water (H2O)
4. Roet
Vraag 12. Welke van de stoffen van vraag 17 is giftig?
Vraag 13. Schrijf de volgende zin over en vul het juiste woord in.
Koolstofmonoxide kan je WEL/NIET ruiken.
Vraag 14. Welke twee stoffen ontstaan bij volledige verbranding?
Vraag 15. Waarom kan een verbranding zonder voldoende zuurstof gevaarlijk zijn?
☆ Vraag 16. Tijdens het gebruik van een gasfornuis in een slecht geventileerde keuken wordt de vlam van het gasfornuis soms oranje. Leg uit wat dit zegt over de verbranding en welke stoffen er dan ontstaan.
☆ Vraag 17. Bij het bouwen van huizen worden vaak koolstofmonoxidemelders ophangen. Deze kunnen koolstofmonoxide meten, en geven een alarm wanneer de hoeveelheid koolstofmonoxide te hoog is. Waarom worden deze vaak in de keuken of bij de CV-ketel opgehangen?