Paragraaf 1: Verbranding

Dit is een samenvatting van de eerste paragraaf. Deze is behandeld in les 1 tot en met 4.

Wat is verbranding?

Verbranding is een scheikundige reactie tussen een brandstof en zuurstof. Bij deze reactie komt warmte vrij. Je hebt drie dingen nodig voor een verbranding:

  • Brandstof (zoals hout of aardgas),
  • Zuurstof (uit de lucht),
  • Een ontbrandingstemperatuur (de temperatuur waarbij de brandstof gaat branden).

Deze voorwaarden vormen samen de branddriehoek.

De branddriehoek (housewarming.nl)

Als één van deze ontbreekt, dooft het vuur. Daarom gebruik je bij brand vaak:

  • Een brandblusser om zuurstof weg te halen,
  • Water om de temperatuur te verlagen,
  • Of je haalt de brandstof weg (bijvoorbeeld door iets te verwijderen van het vuur.

 

Volledige en onvolledige verbranding

Bij volledige verbranding is de vlam blauw. Er is dan genoeg zuurstof en er ontstaan:

  • Koolstofdioxide (CO₂)
  • Water (H₂O)

Bij onvolledige verbranding is de vlam geel of oranje. Er is dan te weinig zuurstof. Dan ontstaan:

  • Koolstofmonoxide (CO) – een gevaarlijk, reukloos gas
  • Roet – zwarte deeltjes


Links: volledige verbranding (blauwe vlam)
Rechts: onvolledige verbranding (gele vlam)
(studygo.com)

 

Energie bij verbranding

Bij verbranding komt energie vrij. Die energie kan worden gebruikt voor:

  • Warmte (bijvoorbeeld radiatoren),
  • Licht (bij kaarsen),
  • Beweging (bij motoren).

De energie die vrijkomt bij verbranding noemen we verbrandingswarmte.

 

Verbranding in je lichaam

Ook in je lichaam vindt verbranding plaats, maar dan zonder vlammen. In plaats daarvan wordt energie uit voedsel omgezet naar allerlei andere vormen van energie. Deze energie heb je nodig om te bewegen, denken, groeien en warm te blijven.

 

Energie in voeding  

Op de verpakking van voedsel staat hoeveel energie het product bevat. Die wordt uitgedrukt in kJ (kilojoule) of kcal (kilocalorie).

Hoe meer energie (kJ of kcal) een product bevat, hoe sneller je er dik van kunt worden als je er veel van eet.

De voedingswaarde geeft aan hoeveel voedingsstoffen een product bevat per 100 gram (bij vaste producten) of 100 milliliter (bij dranken).

Een voorbeeld van een etiket (Wikiwijs)