Maak de volgende opgaven in je schrift.
Vraag 1. Wat is een grondstof?
A) Een product dat je in de winkel koopt
B) Een stof die ontstaat als afval
C) Een stof die je gebruikt om iets te maken
D) Een vloeistof die kookt bij 100 °C
Vraag 2. Waar komen de meeste grondstoffen vandaan?
A) Uit fabrieken
B) Uit de natuur
C) Uit de supermarkt
D) Van afval
Vraag 3. Wat is een voorbeeld van een grondstof?
A) Een plastic fles
B) Aardolie
C) Restafval
D) Een stoel
Vraag 4. Welke van deze activiteiten veroorzaakt afval? Er zijn meerdere antwoorden goed.
A) Bouwen van huizen
B) Produceren van plastic
C) Stofzuigen
D) Oogsten van katoen
Vraag 5. Waar komt het meeste afval uiteindelijk terecht?
☆ Vraag 6. Geef drie voorbeelden van grondstoffen en noem één product waarin ze worden gebruikt.
☆ Vraag 7. Leg uit wat er gebeurt met grondstoffen bij het maken van een product, en waarom dat tot afval kan leiden.
☆ Vraag 8. Denk aan een product dat je elke dag gebruikt (bijvoorbeeld je telefoon of kleding).
Wat denk je dat de grondstoffen zijn? En wat gebeurt er met dat product als je het weggooit?