Paragraaf 5: Duurzame energie

Dit is een samenvatting van de vijfde paragraaf. Deze is behandeld in les 16 tot en met 21.

Brandstoffen

Er zijn twee soorten brandstoffen:

  1. Fossiele brandstoffen: ontstaan uit planten- en dierenresten die miljoenen jaren oud zijn (aardgas, steenkool, aardolie).
  2. Niet-fossiele brandstoffen: hernieuwbare brandstoffen zoals hout, papier en biomassa.

 

Koolstofdioxide (CO2)

Bij de verbranding van brandstoffen komt koolstofdioxide vrij. We korten dit ook wel af naar CO2. Dit is een gas dat in de lucht terechtkomt.

CO₂ is niet giftig voor mensen, maar het zorgt er wel voor dat de aarde warmer wordt.

In Nederland proberen we steeds meer duurzame energie op te wekken. Daarbij komt geen CO₂ vrij. Voorbeelden van duurzame energie zijn zonnepanelen, windmolens, waterkrachtcentrales en kerncentrales.

Ook het gebruik van niet-fossiele brandstoffen wordt gezien als duurzaam. Dat komt omdat deze brandstoffen vanzelf weer kunnen groeien, en daarbij CO2 opnemen.

 

Het versterkt broeikaseffect

Je hebt net geleerd dat koolstofdioxide (CO2) de aarde warmer maakt. Het werkt namelijk als een soort deken rond de aarde. Zonder CO2 zou het hier veel kouder zijn, en zou leven op aarde moeilijk zijn.

Maar: als er te veel koolstofdioxide in de lucht zit, houdt die deken extra warmte vast. Dan stijgt de temperatuur op aarde. Dat noemen we het versterkt broeikaseffect.

Wanneer er meer CO2 in de lucht terechtkomt, wordt het steeds warmer op aarde.


Het versterkt broeikaseffect (Wikiwijs)

 

De gevolgen van het versterkt broeikaseffect

Het versterkt broeikaseffect kan ervoor zorgen dat het klimaat op aarde verandert.

Op sommige plekken wordt het veel warmer of droger dan nu. Dit kan betekenen dat er minder water beschikbaar is voor mensen, dieren en planten. In zulke gebieden wordt het moeilijker om te wonen of om voedsel te verbouwen.

In andere gebieden kan het juist natter of kouder worden, waardoor het klimaat beter of slechter geschikt wordt voor landbouw.

Door deze verandering moeten sommige mensen verhuizen, omdat ze geen drinkwater of voedsel meer kunnen krijgen in hun eigen gebied.

 

De stijgende zeespiegel

Een ander gevolg van het versterkt broeikaseffect is dat veel ijs smelt. Dit zorgt ervoor dat de zeespiegel stijgt. Dit kan zorgen voor overstromingen.

Voor Nederland is het een stijgende zeespiegel extra gevaarlijk, omdat ons land heel laag ligt. Een kleine stijging kan ervoor zorgen dat een deel van Nederland overstroomt.


Het deel van Nederland dat onder water komt
te staan door de zeespiegelstijging (Wikiwijs)

 

Scenario’s voor de opwarming van de aarde

Hoeveel de aarde precies zal opwarmen, ligt er vooral aan of het lukt om minder koolstofdioxide (CO2) uit te stoten.

Bijna alle landen in de wereld hebben afgesproken ze minder CO2 uit gaan stoten. Daarmee proberen ze de totale opwarming van de aarde minder dan 1,5 graad Celcius te laten worden.

Niet ieder land houdt zich aan deze afspraken. Dat komt omdat het verminderen van de uitstoot vaak heel erg duur is, en het alleen lukt als bijna iedereen meedoet.