Oefenen

Maak de volgende opgaven in je schrift.

Vraag 1. Wat zijn de drie voorwaarden voor verbranding?

Vraag 2. Schrijf op wat verbranding is.

Vraag 3. Wat is de ontbrandingstemperatuur?

Vraag 4. Wat laat de branddriehoek zien?

Vraag 5. Wat gebeurt er als je één van de voorwaarden voor verbranding weghaalt?
A) De verbranding stopt.
B) De verbranding wordt sneller.
C) Er ontstaat meer rook.
D) De temperatuur stijgt.

Vraag 6. Waarom is water geschikt om een brand te blussen?

Vraag 7. Waarom gebruik je een brandblusser bij een brand? Leg je antwoord uit met de branddriehoek.

Vraag 8. Je ziet dat iemand water op een kampvuur gooit. Wat gebeurt er met het vuur? Leg uit welke delen van de branddriehoek hierdoor worden beïnvloed.

Vraag 9. Een leerling zet een brandende kaars in een glazen pot en sluit de deksel goed af. Na een tijdje dooft de kaars vanzelf, zonder dat iemand iets doet. Hoe komt het dat de kaars vanzelf uitgaat? Gebruik de branddriehoek in je uitleg.