Oefenen

Maak de volgende opgaven in je schrift.

Vraag 23. Waarvoor heeft je lichaam energie nodig?

Vraag 24. Wat gebeurt er met voedsel in je lichaam?

Vraag 25. Topsporters eten vaak veel meer dan normale mensen. Waarom zouden ze dit moeten doen?

Vraag 26. Wat is de voedingswaarde van een product?

Vraag 27. Schrijf op welke eenheden worden gebruikt om energie op verpakkingen aan te geven.
     □    Kilojoule (kJ)
     □    Gram (g)
     □    Liter (L)
     □    Kilocalorie (kcal)
     □    Milligram (mg)

Vraag 28. Waarom staan de hoeveelheden vaak per 100 gram of 100 ml op de verpakking?

Vraag 29. Waarom moet je niet te veel producten met te veel energie eten?

Vraag 30. Waarom is het handig dat voedingswaarde-informatie per 100 gram of 100 ml wordt weergegeven?