Leg uit: jullie krijgen zo 3 minuten de tijd om op het blaadje 3 tekeningen te ma ken (1 minuut per tekening). Het is geen wedstrijd wie het mooist kan tekenen, maar teken alles dat in je opkomt.
Teken een:
Dokter
Bouwvakker
Klimaatactivist
Laat de leerlingen de blaadjes omhooghouden. Ga na wat er is getekend is. Kijk of vraag wat leerlingen hebben getekend: een man of een vrouw?
Genderrollen en selectieve waarneming (10 minuten)
Leg aan de hand van onderstaande tekstkader uit wat genderrollen en stereotypen inhouden:
Leg vervolgens aan de hand van de concepten referentiekader en selectieve waarneming uit hoe genderrollen worden overgedragen en blijven voortbestaan:
Opdracht: Genderstereotypen en duurzaamheid in reclames (15 minuten)
Tijdens deze opdracht worden twee verschillende reclames getoond. Hierbij let de helft van de klas op genderrollen en de andere helft op de rol van duurzaamheid in de reclame.
Verdeel de klas op in 2 groepen. De eerste groep concentreert zich op de elementen uit de reclame die genderstereotypen laten zien. De tweede groep let op voorbeelden van duurzaam of niet-duurzaam gedrag.
Geef de leerlingen de volgende kijkvragen:
Groep 1:
1. Welke genderstereotypen komen in de reclame naar voren? (Denk aan gebeurtenissen, gedrag, beeldelementen).
2. Hoe draagt de reclame bij aan het voortbestaan van genderstereotypen?
Groep 2:
1. Welk gedrag in de video is wel duurzaam en wat is niet duurzaam?
2. Hoe draagt de reclame bij aan een duurzame of juist niet-duurzame toekomst?
Vraag naar de observaties van de leerlingen en bespreek klassikaal de antwoorden op de kijkvragen:
Vraag groep duurzaamheid of al deze stereotypen hen waren opgevallen en vice versa. Waarschijnlijk zijn veel genderstereotypen aan hen voorbijgegaan omdat zij op duurzaamheid letten. Dit is een praktisch voorbeeld van selectieve waarneming.
Wissel de groepen nu van rol. Groep 1 let nu op duurzaamheid en groep 2 op genderstereotypering, daarbij gelden dezelfde vragen.
Bespreek klassikaal de observaties van de leerlingen en de antwoorden op de kijkvragen:
Het groene feminiene stereotype (10 minuten)
Vraag de leerlingen wat ze is opgevallen aan de twee reclames.
Leg uit dat in de eerste reclame duurzaam gedrag voornamelijk neergezet wordt als iets vrouwelijks, het wordt gekoppeld aan zorgtaken, boodschappen doen en zorgdragen voor de natuur. In de tweede reclame wordt niet-duurzaam gedrag voornamelijk neergezet als iets mannelijks. Het wordt gekoppeld aan oorlog en geweld, stoer zijn en vlees eten. Groente eten wordt gepresenteerd als iets wat een man minder mannelijk maakt.
Dit fenomeen, dat milieuvriendelijk gedrag als vrouwelijk wordt getypeerd, wordt ook wel ‘groene feminiene stereotype’ genoemd:
Leg uit dat het stereotype vaak terugkomt in marketing en reclames.
Het bestaan van dit stereotype heeft verschillende gevolgen. Bijvoorbeeld voor het gedrag van de leerlingen in de klas:
Vraag de leerlingen nu nog een keer naar wat ze hebben getekend aan het begin van de les bij ‘de klimaatactivist’. Waarschijnlijk is dat de meeste leerlingen een vrouw hebben getekend.
Reflectie en afsluiting (5 minuten)
Sluit de les af met de volgende reflectievragen:
Is het bestaan van het groene feminiene stereotype een probleem? Voorbeelden van antwoorden: Ja, want het draagt bij aan genderstereotypering en dat kan vervolgens weer bijdragen aan gender ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Of: Ja, want door het groene feminiene stereotype houdt het idee in stand dat duurzaamheid iets vrouwelijks, terwijl ook mannen een belangrijke rol hebben in verduurzaming. Of: Nee, want het groene feminiene stereotype is gebaseerd op het bestaande genderstereotype, die er toch al is.
Hoe zouden reclames kunnen bijdragen aan het ontkrachten van het groene feminiene stereotype? Eigen antwoord leerling