In de startweek maak je voor het vak Nederlands een startopdracht. De opdracht bestaat uit 4 taken:
Stap 1. Lees je in
Eerst moet je weten hoe we werken bij Nederlands. Je gaat je inlezen.
Lees de infographic.
Lees de informatie onder 'Periode 1 uitleg'. Begrijp je nu in hoofdlijnen wat we deze periode leren en hoe we de periode afronden?
Neem de planning door.
Stap 2. Maak jouw account in orde op Blink/Plot26:
Veel werk uit de planning maak je in Blink/Plot26. Maak met de volgende stappen jouw account in orde:
1. Ga naar Magister.
2. Ga naar de ELO.
3. Zoek Blink en klik op de link. Als het goed is, log je nu automatisch in.
4. Kies jouw klas, dit is 4K (als je de kader-route volgt) of 4M (als je de mavo-route volgt)
LET OP: Pas als jij een keer bent ingelogd, kan ik het werk aan jou koppelen. Je ziet dus eerst even geen werk klaarstaan in Blink. Ik werk dit elke dag bij of zoek me even op als je anders niet met de Startles aan de slag kan.
5. Als het werk aan je gekoppeld is, kun je de Startles maken (zie de uitleg bij stap 3).
Stap 3. Maak les 1 en 4 van 'Kennismaken met het examen' in Blink/Plot26
Als RNU de startles voor je heeft klaargezet, kun je deze in Blink/Plot26 maken. In de startles leer je hoe Blink/Plot26 werkt, waar alles staat wat het vak Nederlands inhoudt. Zo maak je de startles:
1. Log in op Blink/Plot26.
2. Controleer onder 'Lesmateriaal' of RNU les 1 & 4 van 'Kennismaken met het examen' heeft klaargezet of vraag haar dat voor jou te doen.
3. Maak les 1 (en als het lukt ook les 4)

Als het lukt, maak je ook les 4:

Stap 4. Zorg dat je jouw zesde en laatste leesboek kiest voor je fictiemondeling (SE) in periode 3
In periode 2 heb je jouw fictiemondeling over 6 leesboeken. Ik wil dat je volgende week in de eerste blox met een leesboek verschijnt. Zorg ervoor dat je een boek kiest en leent.
1. Kies een leesboek. De informatie over Hoe kies ik een boek kan je hierbij helpen. Hier lees je ook welke boeken je wel/niet kunt lezen voor je fictiemondeling.
2. Start daarna met het uitzoeken en lenen van een boek.
3. Breng mevrouw Romijn op de hoogte van het boek dat je leest.