Mondkapjes

Tijdens de covid-19-pandemie werden er grote hoeveelheden mondkapjes gebruikt, zoals het mondkapje type IIR (figuur 1).

Dit mondkapje bestaat uit drie lagen:
- laag 1: de buitenlaag die grote vochtdruppels tegenhoudt.
- laag 2: de middenlaag met zeer kleine poriën. Deze laag houdt kleinere vochtdruppels
               tegen die virusdeeltjes kunnen bevatten.
- laag 3: de binnenlaag die vocht uit de uitgeademde lucht kan opnemen.

 

Lagen 1 en 2 kunnen worden gemaakt van polymeer A (figuur 2).
Polymeer A is een additiepolymeer.

Lagen 1 en 2 houden druppels water tegen, maar laten waterdamp door.
De losse watermoleculen in waterdamp binden namelijk niet aan polymeer A.

Bij de productie van laag 2 wordt aan polymeer A een hulpstof toegevoegd. Deze hulpstof is opgebouwd uit magnesium-ionen en stearaat-ionen (C17H35COO).

Laag 2 van het mondkapje wordt geproduceerd in 2 stappen (figuur 3):


Stap 1: Polymeer A en de hulpstof worden in een extruder gemengd en verwarmd.
Stap 2: Onder invloed van een sterke warme luchtstroom wordt het vloeibare mengsel tot
             zeer kleine vezeltjes geblazen. Deze vezeltjes vormen laag 2.
 
Een stofeigenschap van polymeer A maakt het materiaal geschikt om te verwerken in een extruder. Deze stofeigenschap kan onder andere worden verklaard uit een kenmerk op microniveau.

Laag 3 van het mondkapje wordt vaak ook gemaakt van polymeer A, maar polymeer A kan geen water binden. Om laag 3 waterbindende eigenschappen te geven wordt door reactie met zuurstof een deel van de
polymeerketens voorzien van carboxylgroepen.
In figuur 4 is de vergelijking van deze reactie onvolledig weergegeven.

Door de reactie breekt een polymeerketen in twee fragmenten.
Fragment X bevat een carboxylgroep

In 2020 werden wereldwijd op een gegeven moment per dag 2,0 miljard mondkapjes met polymeer A in afvalovens verbrand.