Het kost tijd om je AI-gebruik op een correcte wijze te verantwoorden. Soms is het misschien verleidelijk dit over te slaan, want hoe groot is de kans dat je betrapt wordt? Groter dan je zou denken. Docenten kunnen op verschillende manieren herkennen wanneer AI de eigenlijke auteur van een tekst is.
Stijl- en toonverschillen:
AI-gegenereerde tekst heeft vaak een andere schrijfstijl dan jouw eerdere werk. Docenten of begeleiders herkennen:
plotselinge stijlsprongen
onnatuurlijk vloeiende zinnen
of een te algemene, ‘gladde’ toon
Inhoudelijkeinconsistenties:
AI kan foutieve of verzonnen informatie geven (hallucinaties), zoals:
niet-bestaande bronnen of citaten
onlogische redeneringen
of oppervlakkige uitleg van complexe concepten
Detectietools:
Erbestaan tools die AI-gegenereerde tekst proberen te herkennen (zoals Turnitin AI Detection of GPTZero). Deze zijn niet 100% betrouwbaar, maar kunnen wel aanleiding geven tot nader onderzoek.
Vergelijking met eerder werk:
Als je eerdere opdrachten of schrijfopdrachten beschikbaar zijn, kunnen docenten verschillen in stijl, diepgang of structuur opmerken.
Gebrek aan onderbouwing:
AI-teksten missen vaak echte bronverwijzingen of bevatten vage verwijzingen zonder controleerbare literatuur.