Laat de verschillende stellingen nogmaals zien en kijk welke er precies gefact checkt zijn.
Nodig de leerlingen uit om hun factcheck te presenteren.
In de presentaties vertellen leerlingen welke stelling ze hebben gefactcheckt. Ze leggen aan andere leerlingen uit op basis waarvan ze beoordelen of de stelling juist, gedeeltelijk juist of onjuist is. Ook komen ze met tenminste één kritisch punt waarop de stelling bekritiseerd kan worden.
Geef ieder groepje +/- 5 minuten de tijd om de factcheck te presenteren.