Er is veel discussie over de oorzaken, gevolgen en aanpak van klimaatverandering. Daarbij worden feit en fabel nogal eens door elkaar gehaald. Voor een goed geïnformeerde mening over klimaatverandering en klimaatbeleid is het nodig dat ook leerlingen de feiten over klimaatverandering helder hebben. Daarom is het no dig dat leerlingen betrouwbare bronnen hebben om te kunnen checken wat er zoal gezegd wordt over klimaat. In deze les gaan leerlingen als factcheckers aan de slag in de Factcheckfabriek.
Start van de les (10 minuten)
Start de les met de vraag ‘Hoe weten we dat het klimaat verandert?’
Vraag de leerlingen om redenen te bedenken en schrijf ze op het bord.
Stel opnieuw de vraag ‘Hoe kunnen we nu weten dat het klimaat verandert?’
Uitleg van de les (5 minuten)
Geef een korte introductie over het gegeven dat er veel discussie is over de oor zaken, gevolgen en aanpak van klimaatverandering.
Geef een korte uitleg over het verschil tussen subjectief en objectief.
Leg uit dat leerlingen in deze les als factcheckers aan de slag gaan in de Fact checkfabriek. Welke uitspraken over klimaatverandering zijn wel of niet feitelijk juist? En welke uitspraken zijn niet te checken, omdat ze vooral subjectief zijn?
Factchecken (30-35 minuten)
Maak groepjes van 5 leerlingen. Ieder groepje is een afdeling in de Factcheck- fabriek.
Geef ieder groepje een opdrachtenblad.
Laat ieder groepje twee stellingen uitkiezen die ze willen checken op hun feitelijke juistheid. Zie de volgende pagina voor voorbeeldstellingen.
Geef de leerlingen de opdracht om te starten met de Factcheckfabriek aan de hand van het opdrachtenblad voor leerlingen.
Loop tijdens het maken van de opdracht door de klas en kijk waar je eventueel bij kunt sturen.
Afsluiting (5 minuten)
Bespreek klassikaal hoe de Factcheckfabriek heeft gedraaid. Waar liepen leerlingen tegenaan? Wat vonden ze leuk of juist moeilijk?
Leg leerlingen uit dat er nuance is bij factchecken. De uitkomst kan wellicht veranderen over tijd of kan verschillen tussen landen, groepen mensen, enzo voort.
Bespreek de huiswerkopdracht voor de volgende les: Presenteer de uitkomst van de factchecks door middel van een poster of een Powerpoint-presentatie. Daarbij leggen de leerlingen op basis van de bronnen uit waarom de stelling juist, gedeeltelijk juist of onjuist is.