Twee dieptes

Het RIVM heeft gemeten op twee verschillende dieptes. Hieronder lees je waarom dat is gedaan:

 

Meten
In Nederland worden PFAS-concentraties gemeten op twee dieptes: ondiepe grond (25 cm) en diepe grond (75 cm).

Hier lee jes waarom deze metingen belangrijk zijn:

1. Ondiepe grond
Metingen in de ondiepe grond (tot ongeveer 1 meter diep) zijn belangrijk omdat deze laag direct in contact staat met de oppervlakte en vaak wordt beïnvloed door menselijke activiteiten zoals landbouw, industrie en stedelijke ontwikkeling.
PFAS kunnen via regenwater en oppervlaktewater in deze laag terechtkomen en zo de bodem en het grondwater vervuilen.

2. Diepe grond
Metingen in de diepe grond (meestal tussen 1 en 10 meter diep) zijn cruciaal om te begrijpen hoe PFAS zich door de bodem verplaatsen en in het grondwater terechtkomen. Deze metingen helpen bij het beoordelen van de langetermijnrisico's voor drinkwaterbronnen en de algehele milieugezondheid.

Waarom twee dieptes?
Het meten op verschillende diepten geeft een completer beeld van de verspreiding en concentratie van PFAS in de bodem. Dit is belangrijk voor het ontwikkelen van manieren om vervuiling te beheersen en de gezondheid van het milieu en de bevolking te beschermen.