Groep 7 en 8 (niveau 1S/2F)
De leerlingen worden geïnspireerd en gestimuleerd om buitenspellen te spelen.
De leerling kan een tekst lezen over een onderwerp die aansluit bij de leefwereld van de leerling en over onderwerpen die verder van de leerling af staan.
Subdoelen:
De leerling kan de hoofdgedachte van een tekst weergeven en maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken.
De leerling legt relaties tussen tekstdelen (inleiding, kern, slot) en teksten.
De leerling ordent informatie (bijv. op basis van signaalwoorden) voor een beter begrip.
De leerling herkent beeldspraak (letterlijk en figuurlijk taalgebruik).
De leerling legt relaties tussen tekstuele informatie en meer algemene kennis.
De leerling kan de bedoeling van tekstgedeeltes en/of specifieke formuleringen duiden.
De leerling kan de bedoeling van de schrijver verwoorden.
Groep 5 en 6 (niveau 1F)
De leerlingen worden geïnspireerd en gestimuleerd om buitenspellen te spelen.
De leerling kan een eenvoudige tekst lezen over een onderwerp die aansluit bij de leefwereld.
Subdoelen:
De leerling herkent specifieke informatie, wanneer naar één expliciet genoemde informatie-eenheid gevraagd wordt (letterlijk begrip).
De leerling kan (in het kader van het leesdoel) belangrijke informatie uit de tekst halen en kan zijn manier van lezen daar op afstemmen (bijvoorbeeld globaal, precies, selectief/gericht).
De leerling kan informatie en meningen interpreteren voor zover deze dicht bij de leerling staan.
Groep 1 t/m 4
De leerlingen worden geïnspireerd en gestimuleerd om buitenspellen te spelen.