Methode: Kan zonder methode.
Past bij:
Groep: 5 t/m 8
Thema: Geld, aan te passen naar elk gewenst thema
Lesduur: 90 minuten
Benodigdheden:
Moeilijkheidsgraad (voor de leerkracht): Gemiddeld
Start de les met het bespreken van het begrip "spreekwoord" en "uitdrukking".
Het verschil tussen diverse termen ligt voornamelijk in hun gebruik en structuur. ‘Uitdrukking’ is als het ware een paraplu waar andere termen als spreekwoord, gezegde en zegswijze onder hangen. Achtergrondinformatie:
Spreekwoord
Vaste formulering: Een spreekwoord is een vaste zin die niet verandert.
Algemene waarheid of wijsheid: Spreekwoorden bevatten vaak een algemene waarheid of wijsheid.
Volledige zin: Het is altijd een volledige zin.
Niet veranderlijk: De formulering van een spreekwoord verandert niet, ongeacht de context.
Voorbeeld: "De appel valt niet ver van de boom."
Uitdrukking
Flexibele formulering: Een uitdrukking is een groep woorden die in verschillende vormen kan voorkomen.
Deel van een zin: Uitdrukkingen zijn vaak delen van een zin en kunnen zich aanpassen aan de grammaticale structuur van de zin waarin ze voorkomen.
Veranderlijk: De woorden in een uitdrukking kunnen veranderen afhankelijk van de tijd, persoon of andere grammaticale elementen.
Voorbeeld: "De hand op de knip houden." Dit kan veranderen naar "Hij houdt de hand op de knip" of "Zij hielden de hand op de knip."
Spreekwoorden en uitdrukkingen over geld:
Vraag of de leerlingen al spreekwoorden of uitdrukkingen kennen die te maken hebben met geld.
Hieronder een aantal voorbeelden, inclusief hun betekenis. Hier kun je er enkele van op het digibord tonen. Je hoeft ze nog niet in detail te behandelen, dat komt later in de les.
Spreekwoorden
Uitdrukkingen
Laat de leerlingen in kleine groepjes een van de spreekwoorden of uitdrukkingen kiezen die ze willen gaan verfilmen. Controleer of er geen groepjes zijn die met dezelfde uitdrukking of spreekwoord aan de slag gaan.
Bespreek dat spreekwoorden/uitdrukkingen letterlijk en figuurlijk iets betekenen. De zin ‘hij loopt op wolken’ betekent letterlijk dat iemand op wolken loopt. Figuurlijk betekent het dat hij zich heel gelukkig voelt.
Dit kan je even eenvoudig tekenen op het bord ter verduidelijking.
De leerlingen maken een kort plan of storyboard hoe ze het spreekwoord of de uitdrukking willen verbeelden. Ze denken na over zowel het letterlijk als het figuurlijk verbeelden.
Ze zoeken of maken passende materialen voor hun opname (klei, popjes, of tekenmaterialen).
De opnames mogen maximaal 30 seconden duren.
De leerlingen maken een stop-motion of video van het spreekwoord of de uitdrukking. Benadruk dat ze veel foto’s nemen en kleine stapjes maken in de bewegingen.
Let op: alleen in de PRO-versie van de Greenscreenbox app kun je ook audio inspreken bij de stop-motion. Eventueel kun je ervoor kiezen het spreekwoord op papier in beeld te brengen of er later in te monteren.
Dit onderdeel duurt tussen de 15 en 30 minuten. Dat is o.a. afhankelijk van hoeveel ervaring ze al hebben met het werken met de Greenscreenbox. Ook kunnen er verschillen in snelheid zijn tussen de groepjes. Als een groepje eerder klaar is dan de rest, kunnen ze nog een 2e spreekwoord of uitdrukking verwerken.
Laat elk groepje hun video of stop-motion zien aan de klas. Kan de rest van de klas vertellen om welk spreekwoord of uitdrukking het gaat?
Bespreek gezamenlijk wat ze geleerd hebben en hoe ze de spreekwoorden hebben uitgebeeld.
Reflecteer op het gebruik van de Greenscreenbox: Hoe heeft het geholpen? Wat vonden ze leuk? Wat was lastig?
Datum publicatie: mei 2025
Ga naar Handleidingen digitale geletterdheid