Je gaat twee soorten voeding met elkaar vergelijken. Zie het als twee verschillende soorten brandstoffen voor je motor.
Voorbeeld:
Brandstof A = een banaan
Brandstof B = een boterham met pindakaas
Jullie gaan testen welke brandstof zorgt voor meer energie bij een sportactiviteit.

Opdracht bij stap 1:
Kies twee soorten voeding (Brandstof A en B).
Bedenk een sportieve activiteit om te testen (zoals springtouwen, planken of een shuttle run van 2 minuten).
Schrijf op: welke voeding, hoeveel, en hoeveel tijd vóór de activiteit je het eet.