Moeilijkheidsgraad (voor de leerkracht): Makkelijk
Lesdoelen taal
De kinderen herkennen klankherhaling en ritme in een versje.
De kinderen verwoorden bewegingen en gebruiken beschrijvende taal.
Digitale geletterdheid
Aanbodsdoelen SLO digitale geletterdheid
Praktische ICT basisvaardigheden:
Beseffen dat veel apparaten, speelgoed en robots een computer bevatten (fase 1).
Lesdoelen digitale vaardigheden
De kinderen begrijpen dat een robot opdrachten uitvoert die door mensen gegeven worden (begrip van programmeren).
De kinderen bootsen een robotbeweging na op basis van gesproken instructies (algoritmisch denken).
Benodigde voorkennis
Niets
Lesomschrijving
Introductie/inleiding:
Laat de leerlingen de pagina in Tikke Takke Toetsenbord zien waarop de fabriek en de robotarm staan. Bespreek samen:
Wat zie je op deze plaat?
Wat doet de robotarm?
Waar is een robotarm handig voor?
Lees daarna het versje “Robotarm” voor. Gebruik expressieve gebaren en laat de leerlingen meedoen. Herhaal het versje een tweede keer, waarbij de kinderen de bewegingen uitbeelden. Bespreek hoe een robotarm beweegt: strak, traag, snel, herhalend.
Instructie:
Vertel dat ze vandaag zelf een robotarm worden. Herhaal het versje regel voor regel, waarbij de leerlingen de beweging nadoen: langzaam omhoog, grote boog, draaien, enzovoort.
Daarna leg je uit dat ze in tweetallen gaan werken: één leerling is de programmeur, de ander is de robotarm. De programmeur geeft stap-voor-stap opdrachten die de robotarm moet uitvoeren. Denk aan instructies zoals:
“Doe je arm omhoog”
“Draai een rondje”
“Beweeg langzaam naar links”
Daarna wisselen de leerlingen van rol.
Verwerking:
Leerlingen werken in tweetallen:
- Eén leerling is programmeur, de ander de robotarm.
- De programmeur geeft een reeks van 3 tot 5 duidelijke bewegingen, die de robotarm uitvoert.
-Daarna wisselen ze van rol.
Extra verdieping:
- Gebruik kaartjes met pictogrammen van bewegingen (bijvoorbeeld: Omhoog, Draai, Buig, Strek). De leerlingen leggen een reeks neer en de robotarm voert het uit. Dit is een speelse vorm van algoritmisch denken.
- Laat een paar tweetallen hun reeks ‘voorstellen’ voor de klas. De klas raadt welke bewegingen het zijn.
Afsluiting/evaluatie:
Kom samen in de kring. Bespreek:
- Wat was moeilijker: programmeur zijn of robotarm?
- Waarom is het belangrijk om precies te zeggen wat je bedoelt?
- Waar zie je in het echt robotarmen aan het werk?
Lees het versje Robotarm nog één keer gezamenlijk voor. Laat de leerlingen bij elke regel zelf een passende beweging kiezen. Zo wordt het een persoonlijke mini-robotdans!