Stunde 13

Aufgabe 1 Sprechen:

 

Opdracht: Omschrijf een Personage uit een Sprookje

Doel: In deze opdracht ga je stap voor stap een personage uit een sprookje beschrijven. Je maakt gebruik van de gegeven hulpzinnen en de woordenlijst.

Stap 1: Kies een personage

Kies één personage uit een sprookje. Dit kan bijvoorbeeld een hoofdpersoon zijn, of juist een bijfiguur die je intrigeert.

Stap 2: Omschrijf het uiterlijk van het personage

Stap 3: Bespreek de persoonlijkheid van het personage

Stap 4: Beschrijf het gedrag van het personage in het sprookje

Stap 5: Beschrijf de relatie van het personage met andere figuren

Stap 6: Eindconclusie

Beschrijf hoe dit personage zich gedurende het sprookje ontwikkelt. Wat vind jij van dit personage?