Praktische informatie - hoe doe je?

Uitvoeringsniveau

Iedere leraar heeft een visie op onderwijs. Vaak gebaseerd op de visie van de school en soms een geheel eigen visie. De visie op leermiddelen is hier een afgeleide van, want je leermiddelen zijn immer de hulpmiddelen om je onderwijs vorm te geven.

Visie en beleid ontstaan in een dialoog. Dat betekent dat om te komen tot het hoe, je met elkaar praat over hoe je onderwijs wil geven en op welke manier je dat vormgeeft. Wanneer je als leraar positieve ervaring hebt met je mix van leermiddelen, dan kan je visie ook praktisch vorm krijgen. Dat een dialoog essentieel is om tot een goede visie te komen, bewijst ook dit praktijkverhaal van IKC de Piramide in Zoetermeer. Op dit Integraal Kind Centrum (IKC) hebben zij ervoor gekozen om de mensen fysiek in dezelfde ruimte te zetten zodat deze dialoog - die essentieel is voor het zijn van een IKC waarin kinderopvang en school samenkomen - goed op gang kan komen.

Open leermateriaal maakt niet standaard onderdeel uit van een leermiddelenmix. Eigen leermateriaal vaak wel. Dit komt veelal voort uit de visie op leren. 

Kijk eens kritisch naar je leermateriaal en stel jezelf de vraag: Kan ik met de huidige leermiddelenmix het onderwijs geven zoals ik dat wil? Passend bij mijn visie op onderwijs?

Dialoogvragen voor de leraar:

 

Schoolniveau

De implementatie op schoolniveau van open leermateriaal kent twee startpunten. Het eerste startpunt is een heldere onderwijsvisie bij het schoolbestuur waarop de schoolleiding verder bouwt. De bestuursvisie biedt richtlijnen voor bijvoorbeeld onderwijskwaliteit, inclusie, innovatie en personeelsbeleid. De aangesloten scholen geven op basis hiervan hun eigen visie vorm. Daarin kan de school rekening houden met hun specifieke identiteit. Bijvoorbeeld gebaseerd op een specifieke onderwijsfilosofie, zoals Montessori of Dalton, of op een bepaalde levensbeschouwing. De schoolvisie wordt vervolgens omgezet in concrete plannen en acties binnen het schoolbeleid.

Visie en beleid ontstaan vanuit dialoog. Het gesprek over open leermateriaal, de waarde ervan en hoe dat uiteindelijk verankerd kan worden in visie en beleid van de school, wordt in de praktijk via verschillende routes gevoerd. En daarbij is er niet één manier die beter is dan de andere. Het allerbelangrijkste is dát het gesprek gevoerd wordt en dat wat er uitkomt aansluit bij zowel de ambities als de praktijk. De ambities én de praktijk moeten helder zijn.

Om tot een gedegen visie op leermiddelen te komen zijn de volgende stappen essentieel:

 

Dialoogvragen op schoolniveau:


Het is mogelijk deze uitkomsten van de dialogen te vertalen in een statement, maar ook om ze te vertalen in een richtinggevende uitspraak.

Tips:

  1. Begin klein en bouw voort op opgedane ervaringen;
  2. Start met concrete visie- en beleidsstatements of richtinggevende uitspraken (in plaats van een heel uitgewerkt plan);
  3. Begin met één vak of één niveau binnen de school, waarin al gewerkt wordt met open leermateriaal;
  4. Experimenteer en leer;
  5. Begin met het inzetten van bestaand open leermateriaal, voordat je overgaat tot het zelf aanpassen of maken van open leermateriaal;
  6. Schakel een expert in om dit proces te begeleiden;
  7. Verdiep je in het proces van het ontwikkelen van visie en beleid.

Deze school voor gespecialiseerd onderwijs De Wegwijzer werkt vanuit een visie op leren die uitgaat van bewegend leren als principe. De visie op onderwijs is het uitgangspunt om expliciet voor open leermateriaal te kiezen en zo het onderwijs vorm te geven.