Komen tot een onderbouwde keuze van leermiddelen is teamwork. De leraar geeft aan wat er nodig is, wat aansluit bij het vakgebied en de doelgroep en welke vorm wenselijk is. De school ondersteunt het keuzeproces.
Op basis van je visie op leren en de daarop gebaseerde visie op leermiddelen maak je als leraar keuzes.
In het primair onderwijs kom je als als team tot een gewogen keuze. Je kiest niet jaarlijks voor alle vakken de optimale leermiddelenmix, maar vaak staat in een keuzeproces één vak centraal.
In het gespecialiseerd onderwijs is een keuzeproces wat lastiger in te richten, omdat leermiddelen vaak voor specifieke doelgroepen geschikt moeten zijn. Als leermiddelen heel flexibel in te zetten zijn, dan is het mogelijk om op schoolniveau of zelfs bestuursniveau te kiezen. Meestal ligt het keuzeproces bij diegene die ook direct de doelgroep bedient.
In het voortgezet onderwijs start het keuzeproces bij de vaksectie. Zij zijn verantwoordelijk voor het aanbieden van het vak en daarmee ook de inhoud. Bij het ene bestuur wordt het daadwerkelijke keuzeproces aan de school overgelaten en is een leermiddelencoördinator degene die met distributeur afstemt. Bij het andere bestuur wordt dit, met behulp van een bovenschools adviseur leermiddelen, meer op bestuursniveau gefaciliteerd.
Kennisnet heeft een stappenplan opgesteld om samen de juiste keuzecriteria vast te stellen en zo tot een afgewogen keuze te komen: