Paragraaf 4,3

Vruchtbaarheid:

Eicellen en zaadcellen zijn de geslachtscellen van de mens. Als deze cellen samenkomen, kan een nieuw leven ontstaan. Vanaf het moment dat je vruchtbaar bent, kun je je dus voortplanten.

Vorming van Zaadcellen:

Wanneer een jongen ongeveer 13 jaar is, worden zijn teelballen actief en produceren ze elke dag miljoenen zaadcellen. De teelballen liggen in de balzak, waar de temperatuur iets lager is dan in de buik, wat gunstig is voor de ontwikkeling van de zaadcellen. Ze worden tijdelijk opgeslagen in de bijballen en de zaadleiders vervoeren ze. De zaadblaasjes en de prostaat voegen vocht en voedingsstoffen toe aan de zaadcellen, waardoor deze enkele dagen in de baarmoeder of eileider kunnen overleven. Dit mengsel van zaadcellen en vocht wordt sperma genoemd. Bij de prostaat komen de zaadleiders uit in de urinebuis, die zowel sperma als urine vervoert, maar niet tegelijkertijd. Mannen blijven tot op hoge leeftijd vruchtbaar, omdat de teelballen tot op hoge leeftijd geslachtshormonen produceren.

Rijping van de Eicel:

Eicellen zijn de vrouwelijke geslachtscellen. Bij de geboorte heeft een meisje honderdduizenden onrijpe eicellen in haar eierstokken. Vanaf de puberteit rijpt ongeveer één keer per vier weken een eicel. Deze eicel komt vrij uit de eierstok, wat we de ovulatie of eisprong noemen. De eicel gaat via de eileider naar de baarmoeder. Na de ovulatie blijft de eicel 12 tot 24 uur in leven. Als de eicel wordt bevrucht door een zaadcel, kan het zich in de baarmoeder ontwikkelen tot een kind, wat resulteert in zwangerschap.