Werkwoordspelling in het Nederlands: (of bekijk het onderstaand filmpje)

De spelling van werkwoorden hangt af van de tijd, de persoon en of het werkwoord regelmatig of onregelmatig is. Hier is een uitleg voor de belangrijkste regels:

1. Tegenwoordige tijd (TT)

2. Verleden tijd (VT)

3. Voltooid deelwoord (VD)

4. Bijzondere gevallen


Deze regels helpen bij het vervoegen van de meeste werkwoorden in de Nederlandse taal. Onregelmatige werkwoorden volgen echter vaak een andere patroon die je moet leren.