Als je één keer met een munt gooit, is de kans op 'kop' . Als je
keer met een munt gooit, verwacht je
keer 'kop' te gooien.
De verwachting geeft aan hoe vaak een bepaalde gebeurtenis gemiddeld zal voorkomen.
Voorbeeld 1
Een toets bestaat uit vierkeuzevragen.
Je gokt alle antwoorden.
Hoeveel goede antwoorden verwacht je?
Voorbeeld 2
Je hebt een vaas met daarin 6 rode, 5 witte en 4 groene knikkers.
Zonder te kijken pak je één knikker, noteert de kleur en stopt de knikker weer terug in de vaas. Dit herhaal je 30 keer.
Hoe vaak verwacht je een rode knikker te pakken?
In totaal zijn er 6 + 5 + 4 = 15 knikkers, waarvan 6 rode.
De kans op een rode knikker is dus = 0,4 = 40%
Bij 30 keer verwacht je dan 40% × 30 = 12 keer een rode knikker te pakken.